In het afgelopen jaar zijn 225 wethouders teruggetreden. Dat was na een politieke vertrouwensbreuk, een persoonlijke keuze of een haperende gezondheid, blijkt uit het het jaarlijkse Wethoudersonderzoek door kennisplatform De Collegetafel. Een jaar eerder lag dat aantal nog op 183. In totaal telt Nederland zo’n 1400 wethouders.

Om persoonlijke redenen stopten 44 wethouders. Het ging dan om meer tijd voor het gezin, familie en privéleven of om zich te bezinnen op een nieuwe loopbaan. Om gezondheidsredenen vetrokken 38 wethouders. De belangrijkste oorzaken: ziekte, oververmoeidheid, een gebrek aan energie en te zware fysieke en mentale belasting. Dat aantal is bijna even hoog als in 2023: toen stopten 41 wethouders tijdelijk of definitief om gezondheidsredenen.

Na een politieke vertrouwensbreuk vertrokken 94 wethouders tijdelijk of definitief. Met dat aantal staat 2024 op de achtste plaats op de jaarranglijst van politieke valpartijen, zo blijkt uit het onderzoek in opdracht van Binnenlands Bestuur. Ter vergelijking: twintig jaar geleden, in 2004, kwamen er in totaal 157 wethouders ten val.

De directeur van de Wethoudersvereniging, Jeroen van Gool, noemt het aantal van 225 vertrokken wethouders zeer zorgwekkend. De taken van een wethouder zijn de laatste jaren alleen maar uitgebreid, zegt hij. “Maar het aantal wethouders is niet meegegroeid. De ondersteuning is niet meegegroeid. Zestig tot zeventig uur per week werken is de norm geworden. Dat elastiek knapt op een gegeven moment.”

Wethouders beheren in totaal 43 miljard euro in 370 gemeenten. In de wet staat dat het aantal wethouders 20 procent van het aantal raadszetels mag zijn. Bij tien raadszetels, zijn er dus twee wethouders. De grootste gemeenten mogen maximaal negen wethouders hebben.

“Pas die wet aan”, zegt Van Gool. “Laat de gemeenteraad – net als het kabinet bij ministers- zelf beslissen hoeveel wethouders er nodig zijn.” Dat zou ook beter zijn voor de coalitievorming, vindt hij. “Als je nu een coalitie hebt van vijf partijen en je hebt maar drie wethouders, is het met politieke steun moeilijker dan wanneer elke partij z’n eigen wethouder kan leveren.”

Stalker

Bijna de helft van alle lokale politici gaf in een eerder onderzoek aan afgelopen jaar te maken te hebben gehad met agressie en intimidatie. Een verdubbeling vergeleken met tien jaar geleden. Die bedreigingen zijn steeds meer op de persoon gericht en gebeuren vaak online. Vrouwelijke politieke ambtsdragers krijgen vaker te maken met agressie en intimidatie dan mannelijke bestuurders en politici.

D66-wethouder in Tilburg, Marcella Hendrickx, was één van de wethouders die vorig jaar vertrok, na elf jaar gemeentepolitiek. Ze had dagelijks te maken met een stalker. “Ik voelde aan alles bij mezelf: het is genoeg geweest.” Het stalken begon online. “Bizarre beschuldigingen, in onvoorstelbare proporties”, zegt Hendrickx. “Het is iemand die jaar in, jaar uit, elke dag, 24 uur met mij bezig is. En niet alleen met mij, maar het gaat ook over mijn man, mijn kinderen, mijn vrienden.” Ze kon het emotioneel niet meer aan en stapte op.

Ten slotte waren er in 2024 ook nog 49 wethouders die een andere baan verkozen of om andere redenen (zoals zwangerschap of het einde van een interim-verband) hun wethouderschap opgaven. “Het wethouderschap is meer dan een ambt. Het is een manier van leven die diepe impact heeft op de persoonlijke sfeer”, zegt Van Gool. “Naast politieke druk spelen ook de balans tussen werk en privé en gezondheid een steeds grotere rol bij het vertrek van wethouders.”

Van Gool vindt daarom ook dat er betere verlof- en steunregelingen moeten komen. “Zodat we iets doen aan het hoge afbreukrisico.”

‘Den Haag heeft voorbeeldfunctie’

Nieuwsuur sprak op 5 januari met burgemeester Anton Ederveen van Valkenswaard. Volgens hem geeft Den Haag niet het goede voorbeeld als het gaat om de manier waarop met elkaar wordt omgegaan in het openbaar bestuur. Zelf vertrekt hij in maart, na 18 jaar, na bedreigingen door criminelen.

Ederveen wijst op de, in zijn ogen, slechte omgangsvormen in Den Haag: “In debatten tussen de Kamer en de regering, maar ook in de regering onderling”, zegt hij. “Realiseer je dat je ook een voorbeeldrol te vervullen hebt als dienaar van de rechtsstaat. Wees je ervan bewust dat hoe jij je gedraagt, z’n weerslag heeft op de samenleving, hoe mensen zich gedragen, hoe jij vervolgens wordt bejegend en hoe we met elkaar omgaan.”