Als het aan minister De Jonge van Wonen ligt krijgen gemeenten binnenkort de kans om woningen toe te wijzen aan bepaalde groepen, zoals eigen inwoners en mensen met cruciale beroepen, zoals leraren en zorgmedewerkers.

“Met name op het platteland is het heel belangrijk. Daar is het een probleem voor de leefbaarheid als starters alleen drie dorpen verderop kunnen wonen. Dan kunnen ouders niet meer op de kleinkinderen passen en kan jij moeilijker voor je ouders zorgen,” zegt minister De Jonge.

In de Tweede Kamer woedt een debat over welke huur- en vooral welke koopwoningen onder deze regels gaan vallen, maar als de plannen doorgaan zou dat voor een groep mensen de woningnood oplossen.

Schaarste verdelen

In meerdere gemeenten wordt al geëxperimenteerd met het toewijzen van woningen aan bepaalde groepen, zoals in Gouda, Rotterdam en Almere. Ook de gemeente Zaanstad heeft al twee jaar een pilot, waarbij zorgmedewerkers en basisschoolleraren voorrang kunnen krijgen.

“Op dit moment hebben we al 14 mensen kunnen helpen, we hebben 40 beschikbare woningen. Er is wel vraag naar, maar dat er nog wat woningen overblijven laat toch zien dat personeelstekort een probleem is. Hier blijft het niet bij als het aan ons ligt. We proberen ook bijvoorbeeld ouderen beter te laten doorstromen. Maar het is ingewikkeld, je bent de schaarste aan het verdelen,” zegt verantwoordelijk wethouder Harrie van der Laan.

In Amsterdam bestaat ook zo’n regeling, deze leraar heeft daardoor een huis gevonden:

Maar niet alle gemeenten zijn zo ingericht. In Dronten bijvoorbeeld, waar de 48-jarige Leontien al het grootste deel van haar leven woont. Ze werkt in de ouderenzorg, met mensen met dementie.

Door een scheiding moest ze op zoek naar nieuwe woonruimte, maar een eigen woning kopen of huren in de vrije sector is te duur. “Ik sta nu ruim twee jaar ingeschreven voor sociale huur. De gemiddelde wachttijd is vijf jaar.”

Terug naar haar ouders kan de zorgmedewerker ook niet, die verliezen dan hun toeslagen. “Vorig jaar is er eierstokkanker bij mij geconstateerd. Omdat ik kanker heb, dacht ik voorrang te kunnen krijgen op een woning. Het was een nare ervaring. Ik moest met doktersbewijzen aantonen dat ik kanker heb.”

Leontien mocht bij de woningcorporatie op gesprek komen om te praten over urgentie. “Daar werd mij na 10 seconden al duidelijk gemaakt dat ik geen aanspraak zou kunnen maken op een huis. Maar ze lieten wel iemand aan de chemo naar kantoor komen, waardoor ik goeie hoop had.”

De aanvraag kostte haar 50 euro, die ze bij de afwijzing kwijt was. “Scheidingen zijn dus geen urgentie, en een ziekte ook niet.”

Ook Michelle, die net als Leontien in de ouderenzorg werkt, kan nergens terecht. In haar gemeente, Alphen aan den Rijn, is de wachttijd voor een sociale huurwoning twaalf tot dertien jaar. “Kopen is geen optie voor mij, daar verdien ik te weinig voor.” Ze staat wel op de wachtlijst voor sociale huur, al zeven jaar.

Ook het huren in de vrije sector is geen optie: daar is geen aanbod. “Dus woon ik antikraak, dat is op zich prima. Maar het wordt in maart volgend jaar gesloopt en je hebt geen garantie op een woning erna. Je piest overal naast de pot.”

Michelle ziet haar collega’s ook worstelen met huisvesting, maar ze heeft hoop door de nieuwe plannen van minister De Jonge: “Ik denk dat de regeling zeker zou werken.”