Tenzij er na de verkiezingen weer een nieuw formatierecord wordt neergezet, is het vandaag de laatste Prinsjesdag met Mark Rutte als minister-president. Vanwege de demissionaire status van zijn vierde kabinet ontbreken dit jaar echter de echt grote plannen.
Een afgetreden kabinet neemt geen ingrijpende besluiten meer, is namelijk het gebruik. Dus geldt: geen nieuw beleid maken en alleen lopende zaken afhandelen. Dat is niet helemaal gelukt, want er wordt wel 2 miljard euro uitgetrokken voor koopkrachtmaatregelen voor mensen met een laag of middeninkomen.
“Een demissionair kabinet past terughoudendheid, maar tegelijkertijd wacht de toekomst niet”, verantwoordt minister Sigrid Kaag van Financiën de nieuwe maatregelen in het gelekte voorwoord van de Miljoenennota.
Deze zomer waarschuwde het Centraal Planbureau dat het aantal Nederlanders onder de armoedegrens oploopt naar 1 miljoen, als er niets gedaan zou worden aan de koopkracht. Dat scenario is het overgrote deel van de Tweede Kamer een gruwel en dus voelt het kabinet, ook al is het in demissionaire staat, de ruimte om in te grijpen.
Mensen die het moeilijk hebben
Kaag sprak eerder over een begroting “met oog voor de mensen die het moeilijk hebben”. Concreet betekent dat 1,1 miljard euro voor de verhoging van het kindgebonden budget, een bijdrage in de kosten voor kinderen die mensen met lagere inkomens boven op de kinderbijslag krijgen.
700 miljoen euro trekt het kabinet uit voor de verhoging van de huurtoeslag en 200 miljoen gaat naar de verhoging van de arbeidskorting met 115 euro.
Overigens neemt het aantal mensen onder de armoedegrens volgend jaar niet af met de maatregelen. Met 4,8 procent van de Nederlanders in armoede (825.000 mensen) blijft het gelijk aan dit jaar.
Waar het kabinet in aanloop naar de vorige Prinsjesdag met grote haast het energieplafond in elkaar timmerde, ontbreken in de begroting voor 2024 algemene maatregelen voor de gas- en elektrarekening.
Na 31 december is het gedaan met het energieplafond en ook de energietoeslag voor mensen met een inkomen rond het sociaal minimum komt zeer waarschijnlijk niet terug. Een noodfonds voor mensen die moeite hebben met de energiekosten blijft wel.
Een verwante koopkrachtkwestie is de aankomende stijging van de brandstofprijzen. Door de inflatie en het aflopen van de accijnskorting dreigt een liter benzine aan de pomp per 1 januari in een klap 21 cent duurder te worden.
Het kabinet doet daar in de begroting niets aan, maar duidelijk is al wel dat de Tweede Kamer een forse prijsstijging wil voorkomen. Morgen komt het onderwerp, op initiatief van de VVD, aan bod in het debat over de Miljoenennota.
En hoe de kabinetsplannen ter waarde van 2 miljard euro betaald worden? Dat is wel bekend (en natuurlijk ook uitgelekt). Zo komen hoge inkomens sneller dan voorzien in het hoogste inkomstenbelastingstarief. En dus gaan ze meer belasting betalen. Verder gaan de accijnzen op alcohol en tabak omhoog.
Met de maatregelen (maar vooral vanwege de ontwikkeling van de cao-lonen) stijgt de koopkracht van een doorsnee huishouden volgens het kabinet volgend jaar met 1,8 procent. Al moet daar altijd een disclaimer bij: er zijn ook groepen die erop achteruitgaan.
Zaken die niet met koopkracht voor lagere en middeninkomens te maken hebben, komen naar verwachting deze Prinsjesdag niet uitgebreid aan bod. Stikstof, klimaat, immigratie en andere grote thema’s worden aan een nieuw kabinet gelaten, en dus aan een andere premier.