De staatscommissie die aanbevelingen moet doen over de rechtsstaat in Nederland heeft “groeiende zorgen over politieke bereidheid om de rechtsstaat daadwerkelijk te versterken”. In het advies De gebroken belofte van de rechtsstaat waarschuwt de commissie voor vertragende procedures die overheden toepassen.
“Te vaak hoort [de commissie] berichten over overheden die rechterlijke procedures gebruiken om lastige politieke beslissingen uit te kunnen stellen. Of over hun voornemens om een ‘crisis’ te gebruiken tot datzelfde uitstel. Telkens ten koste van de rechten van (aanstaande) burgers”, staat in het rapport.
Specifieke voorbeelden noemt het rapport niet. Wel kwam eind april kwam naar buiten dat de formerende partijen officieel een asielcrisis willen uitroepen zodat vergaande maatregelen kunnen worden genomen om de toestroom van migranten in te perken.
Garanties over grondrechten
De commissie wijst expliciet in het rapport naar de verkiezingswinst van de PVV: “Bij velen in de samenleving en politiek leidde dit tot grote zorgen over de toekomst van de rechtsstaat.” De onderhandelende partijen erkenden dat sentiment door “voor het eerst in de Nederlandse geschiedenis afspraken te maken over het waarborgen van de Grondwet, de grondrechten en de democratische rechtsstaat”.
Tijdens de formatie had vooral NSC een probleem met PVV-plannen die grondrechten raken, zoals een moskeeënban, een koranverbod of het opsluiten van jihadverdachten. Wilders trok daarom enkele van die wetsvoorstellen in en tijdens de formatie werden er garanties afgesproken over de rechtsstaat, die ook terugkeerden in het coalitieakkoord.
Toeslagenaffaire, Groningen, stikstofcrisis
De commissie ging in februari vorig jaar van start, na een unieke gezamenlijk opdracht door kabinet, parlement en rechterlijke macht. Aanleiding was de vertrouwenscrisis tussen overheid en burgers door slepende dossiers als de toeslagenaffaire, de afhandeling van aardbevingsschade in Groningen en de stikstofcrisis.
De Utrechtse rector magnificus Henk Kummeling werd voorzitter van de commissie, waar verder onder anderen toeslagenadvocaat Eva González Pérez, oud-Kamerlid Kees Vendrik en Ernst Numann, oud-vice-president van de Hoge Raad in zaten.
De conclusie van de commissie luidt dat de rechtsstaat “in een staat van verwaarlozing is terechtgekomen”. Een te grote groep burgers vreest de overheid in plaats van die te vertrouwen, regelingen zijn ingewikkeld en onvoorspelbaar en de menselijke maat ontbreekt. Dat komt omdat overheden de geest van de rechtsstaat uit het oog verloren.
“De belofte van de rechtsstaat wordt voor een aanzienlijke groep burgers niet ingelost”, concludeert het rapport. “Te vaak is de rechtsstaat niet leidend in het handelen van politici, bestuurders en medewerkers van de overheid. De overheid is te ingewikkeld geworden en de rechtsbescherming schiet tekort.”
De staatscommissie wil dat de politiek werk maakt van een samenleving waarin “burgers door en tegen de overheid beschermd zijn, invloed hebben op de overheidsmacht en ondersteuning krijgen als dat nodig is”. Daarvoor draagt het tien verbeterpunten aan.
Zo moet aandacht voor de rechtsstaat bestendigd worden in een speciaal planbureau, moeten uitvoeringsinstanties beleid dat ontspoort kunnen terugdraaien en inspraak van burgers beter geregeld. Ook zou de overheid laagdrempeliger en persoonlijk toegankelijk moeten zijn, moet overheidscommunicatie zich beter richten op burgers en zouden wetten moeten kunnen worden getoetst aan de grondwet.
“Verruil als overheid kortom een passieve houding richting de rechtsstaat voor een actieve omgang met diens basisprincipes. Besef dat de rechtsstaat een politiek werkwoord is.”
Meteen de shredder in?
Of er echt iets terecht zal komen van de aanbevelingen, wordt door burgers die de commissie sprak betwijfeld: “Ik verwacht dat dit rapport rechtstreeks door de shredder gaat”. Ook de commissie zelf erkent dat er al grote stapels overheidsrapporten en wetenschappelijke aanbevelingen lagen waar niks mee gedaan is.
“Die negatieve houding hebben parlement, regering en overheidsorganen voor een groot deel over zichzelf afgeroepen, door essentiële rechtsstatelijke principes terzijde te schuiven of te verwaarlozen”, vat de commissie het samen. “Economische en financiële overwegingen hadden te veel de overhand. De rechtsstaat is geen bedrijf, maar dat lijkt de overheid de laatste jaren te vaak uit het oog te zijn verloren.”
Toch heeft voorzitter Henk Kummeling hoop dat er dit keer wel iets gebeurt, vanwege de maatschappelijke onrust over de verschillende schandalen. “Het besef groeit dat nonchalance en onverschilligheid over wezenlijke principes van de rechtsstaat het vertrouwen in de overheid systematisch ondermijnen”, verwoordt hij de les die is getrokken.
Wel vreest de commissie dat het politieke besef zich niet voldoende zal vertalen in concrete stappen: het nieuwe kabinet trekt 200 miljoen euro uit om de rechtsstaat te stutten, maar volgens de commissie is daar zeker 1,6 miljard voor nodig.