De Tweede Kamerverkiezingen op 22 november zijn voor de meeste mensen nog ver weg. Maar lobbybedrijven, die de politiek proberen te beïnvloeden, hebben het al erg druk. Meteen toen het kabinet viel begonnen de telefoons te rinkelen. Organisaties en bedrijven willen allemaal dat hun speerpunten worden opgenomen in de verschillende verkiezingsprogramma’s en uiteindelijk terechtkomen in een coalitieakkoord.
Hoe gaat dat lobbyen in z’n werk?
“Normaal gesproken wordt er veel langer aan een verkiezingsprogramma geschreven”, zegt Bert Bakker. Hij zat jarenlang in de Tweede Kamer voor D66 en runt nu een lobbykantoor in Den Haag. “Dit keer heb je nauwelijks tijd om langs te gaan bij de partijen, als je de mensen überhaupt al kent. Want er is nog veel onzeker over wie de kandidaten worden en welke standpunten partijen als de BBB en Nieuw Sociaal Contract gaan innemen.”
Die onzekerheid maakt het moeilijk voor organisaties om wensen en ideeën ‘op maat’ aan te leveren. “Met het standpunt van Natuur en Milieu over stikstof hoef je misschien niet naar de BBB, maar met een andere pragmatische aanpak misschien juist wel. Om effectief te lobbyen moet je echt zoeken naar een formulering die bij een partij past. Niet met hagel schieten en een algemeen stuk naar alle partijen sturen.”
Honderden suggesties
Bakker kent uit zijn tijd bij D66 ook de andere kant. “Bij het schrijven van het verkiezingsprogramma wordt je bestookt door honderden organisaties die brieven schrijven en mailtjes sturen. Het meeste leg je aan de kant, je hebt helemaal geen tijd om dat allemaal te bestuderen.”
Toch is het de moeite waard, zegt ook Jeroen Postma. Hij schreef twee jaar geleden mee aan het programma van GroenLinks. “Het kan blinde vlekken bij de programmacommissie wegnemen. Zo hebben wij in ons verkiezingsprogramma van 2021 geschreven over de rol van vrijwilligers in de samenleving. Dat was niet gebeurd zonder het gesprek met iemand van de koepel van vrijwilligerscentrales.”
Hoe uitgebreid het verkiezingsprogramma uiteindelijk wordt, verschilt per partij, maar het is zeker een belangrijk startpunt voor de campagne, zegt Postma. “Ons programma is enkele tienduizenden keren gedownload. En het is ook een belangrijk kennisdocument voor de partij, waar je alle standpunten kunt vinden. Ook als input voor teksten op de website, sociale media en het voorbereiden van debatten.”
De gevestigde partijen kunnen natuurlijk hun vorige programma’s erbij pakken en actualiseren. Volgens Bakker is het daarom kansrijker om in te zetten op nieuwe thema’s. “Je hebt eerder succes als je nu iets aanlevert over het omgaan met Artificial Intelligence dan een uitgekauwd onderwerp als de hypotheekrenteaftrek.”
Burgerlobby
De lobbybedrijven zijn ook druk omdat steeds meer organisaties om advies vragen. “Je ziet dat bijvoorbeeld bij de boeren”, zegt Arco Timmermans, bijzonder hoogleraar Public Affairs. “Waar het eerst vooral LTO was die invloed zocht in Den Haag, zie je nu ook Farmers Defence Force en het Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt. En dat zie je ook in het onderwijs, de medische wereld.”
Volgens Timmermans zetten maatschappelijke organisaties sinds de coronatijd meer in op een goede lobby. “Je zag dat de medisch specialisten in die tijd alles redelijk snel geregeld kregen, maar de verpleegkundigen bijvoorbeeld niet. Dus naast de commerciële inzet van bedrijven wordt investeren in het maatschappelijk belang steeds prominenter.”
Ook de burgerlobby groeit, zoals via campagnebureau DeGoedeZaak. “Wij laten ons leiden door burgerinitiatieven”, zegt eigenaar Jurjen van den Bergh. “Om een voorbeeld te geven: we waren bezig met een oproep om het openbaar vervoer toegankelijker te maken voor mensen met een beperking. Dat hebben we verbreed door ook naar de betaalbaarheid te kijken. Nu zijn we een campagne gestart voor gratis ov. Daar zoeken we dan partijen als Rover en FNV bij.”
Nederland lobbyland
Of het nu via burgers, bedrijven of maatschappelijke organisaties komt: lobby wordt vaak met argusogen bekeken. “In Nederland is de politieke cultuur zo informeel dat onzuiverheid op de loer ligt”, zegt Van den Bergh. “De gokwet heeft laten zien dat netwerkcorruptie op de loer ligt. Daarom denk ik dat het goed is om open te zijn over het lobbywerk. Eerlijk lobbyen is niet vies, het is een manier om belangrijke thema’s op de agenda te krijgen.”
Toch moeten al die organisaties niet te veel waarde hechten aan de verkiezingsprogramma’s, waarschuwt bijzonder hoogleraar Timmermans. “Een zinnetje in zo’n programma is mooi, maar het is maar de vraag wat daar van overblijft bij de formatie. Je moet dus echt investeren in blijvende en langlopende contacten. Het is een spel van de lange adem.”