Demissionair minister Dijkgraaf (Onderwijs) wil nieuwe namen voor het middelbaar en hoger beroepsonderwijs en het wetenschappelijk onderwijs. Het huidige taalgebruik over het vervolgonderwijs houdt volgens hem ongelijkheid in stand en staat de ontwikkeling van talent in de weg.

“Alle soorten opleiding zijn gelijkwaardig”, schrijft hij in een brief aan de Tweede Kamer en in een open brief aan alle toekomstige studenten van Nederland. Hij wil toe naar een ‘waaier’ aan opleidingen naast elkaar, waardoor jongeren makkelijker hun plek kunnen vinden en kunnen switchen tussen opleidingen.

In de open brief schrijft hij dat studenten vaak druk voelen om voor het “zogenaamd hoogst haalbare” te gaan. “Maar als een studie niet bij jou past, is de kans op uitval, stress of spijt achteraf groot.”

Kies voor afkortingen

Dijkgraaf beseft dat het aanpassen van formele benamingen en juridische begrippen veel voeten in aarde heeft. Maar we kunnen volgens hem wel beginnen met het vermijden van hiërarchische termen als ‘hoger onderwijs’ en ‘middelbaar’. Als alternatief draagt hij de afkortingen aan: ‘hbo en wo’ in plaats van ‘hoger onderwijs’.

Op zijn eigen ministerie wil hij daarmee beginnen, en roept iedereen op dat voorbeeld te volgen. Ook hoopt hij dat mensen met alternatieve benamingen komen voor de bestaande vormen van vervolgonderwijs.

Dijkgraaf denkt verder na over een meestertitel voor mbo-studenten die zich na hun studie verder willen bekwamen in hun vakmanschap. Dat kan volgens hem vooral interessant zijn voor bedrijven in de hightech die op zoek zijn naar personeel.