Het tekort aan woningen is in een jaar tijd fors gestegen. Er is in 2023 een tekort van 390.000 woningen. Vorig jaar ging het nog om 315.000 huizen. Pas rond 2028 wordt de krapte op de woningmarkt iets minder.

Dat blijkt uit een nieuwe prognose van ABF Research. Dat onderzoeksbureau berekent jaarlijks het woningtekort in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken.

De onderzoekers hebben gekeken naar de groei van de bevolking en de te verwachte huizenbouw. In eerdere prognoses was de verwachting dat het tekort aan woningen al vanaf 2026 zou afnemen.

Het tekort aan woningen is sterk gestegen omdat het aantal huishoudens in Nederland sneller toeneemt dan gedacht. Dat komt volgens ABF grotendeels door de komst van Oekraïense vluchtelingen. Ook zijn er minder plekken in verpleeghuizen, waardoor ouderen langer in hun huis blijven wonen.

Doelstelling uit zicht

Tegelijkertijd worden er de komende tijd minder huizen gebouwd dan eerder verwacht. Onder meer vanwege de gestegen hypotheekrente, waardoor woningen vaker buiten bereik van kopers zijn, is er terughoudendheid bij projectontwikkelaars om te bouwen.

Het onderzoeksbureau gaat ervan uit dat het kabinetsdoel om 900.000 woningen te bouwen tot en met 2030 niet gehaald gaat worden. En om de doelstelling van minister De Jonge te halen om het woningtekort te verminderen, zijn er bovendien meer nieuwe huizen nodig dan eerder gepland: 981.000 woningen.

Na 2030 neemt het woningtekort naar verwachting wel af, tot 205.000 woningen in 2038. Het onderzoeksbureau wijst er echter op dat het lastig is de bevolkingsontwikkeling, en daarmee de vraag naar woningen, goed te voorspellen omdat onzeker is hoeveel migranten naar Nederland komen.