Zo’n 2400 mensen zijn veroordeeld tot celstraffen, maar zitten niet in een cel. Zij moeten wachten tot er een plek vrij is in de gevangenis. En elke week komen er tientallen veroordeelden bij op die wachtlijst door het tekort aan cipiers, blijkt uit cijfers van het ministerie van Justitie en Veiligheid.
De Tweede Kamer debatteert vandaag over het tekort aan gevangenispersoneel. Door dat tekort zag demissionair minister Weerwind (Rechtsbescherming) zich al genoodzaakt om vergaande maatregelen te nemen. Zo worden veroordeelden met relatief korte straffen voorlopig niet vastgezet en sommige andere veroordeelden worden eerder vrijgelaten met een enkelband.
Er zijn namelijk niet genoeg cipiers om alle gevangenen in de gaten te houden. De rechtspraak en een deel van de Kamer is niet te spreken over dat maatregelenpakket, omdat straffen nu niet worden uitgevoerd zoals ze zijn opgelegd.
Zelfmelders
Zo is een deel van de Kamer onder meer niet blij de zogenoemde zelfmelders, oftewel de veroordeelden met relatief korte celstraffen; zij moeten wachten op een oproep en zich daarna zelf melden bij de gevangenis om alsnog hun straf uit te zitten als de problemen in het gevangeniswezen enigszins zijn opgelost. Op die manier wil de minister wat ademruimte creëren voor de cipiers.
In de tussentijd blijft de wachtlijst alleen oplopen: elke week komen er gemiddeld 75 zelfmelders bij die niet worden opgeroepen, blijkt uit cijfers van de minister.
In het Kamerdebat zal de maatregel met de zelfmelders nog met tegenzin geslikt worden door sommige partijen, maar wat bijvoorbeeld een partij als NSC het meest dwarszit is dat een groep veroordeelden in de gevangenis momenteel met ‘capaciteitsverlof’ mag.
Bij een celstraf van minder dan één jaar komen ze in aanmerking voor dat verlof. Ze worden dan tegen het eind van hun straf eerder vrijgelaten met een enkelband. “De rechter legt die straf niet zo maar op”, zegt NSC-Kamerlid Uitermark.
“Als een minister vonnissen verandert, ondergraaft dat de rechtsstaat”, zegt Uitermark, een oud-rechter. Ook de Raad voor de Rechtspraak heeft deze week om die reden protest geuit tegen de maatregelen. Kamerlid Uitermark dient vandaag een motie in waarin staat dat opgelegde straffen uitgevoerd moeten worden.
Luchten
Het is de vraag of de motie van Uitermark genoeg steun gaat krijgen, want andere partijen zoals de VVD zien ook dat Weerwind weinig kanten op kan gezien het tekort aan cipiers. De partij benadrukt daarbij wel dat de enkelband geen complete vervanging mag worden van een straf.
BBB-Kamerlid Helder zoekt de oplossing elders: zij wil dat gevangenen twee uur per dag minder lang mogen luchten. Dat scheelt de cipiers werk, waardoor ze tijd overhouden om meer gevangenen in de gaten te houden. Cellen zijn er namelijk genoeg, maar cipiers dus niet.
Of haar plan het gaat halen, is ook onzeker. De cipiers hebben per brief aan de Kamerleden laten weten dat zij het niet zien zitten. “Als justitiabelen veel achter de deur zitten loopt de spanning op en weet het personeel niet wat er speelt”, schrijft de de ondernemingsraad aan de Kamerleden.
De cipiers voorspellen dat dit gevolgen heeft voor de veiligheid, “maar zeker ook het werkplezier”. Kortom: er vertrekken nog meer cipiers als dit de oplossing wordt vanuit de politiek.
Excuses
De VVD zal daarom het BBB-plan niet steunen. “We moeten luisteren naar dit heel duidelijke signaal van de werknemers”, zegt Kamerlid Ellian. Hij wil dat er meer ingezet wordt op het werven van personeel. Hij vindt dat de minister daar veel te laat mee is begonnen.
De SP ziet vooral de gevolgen van jarenlange bezuinigingen, waardoor veel personeel is weggelopen. Kamerlid Van Nispen zal in het debat daarom excuses eisen van de minister. De problemen waren volgens hem te voorzien en nu het zover is, zijn de problemen moeilijk op te lossen vanwege de krappe arbeidsmarkt.
Minister Weerwind zoekt naarstig naar oplossingen en noemt onder meer ‘robotisering’ als mogelijke remedie. Een oplossing voor het cipierstekort is er op korte termijn in elk geval niet. De minister denkt daarom dat sommige van zijn maatregelen niet eerder dan volgend jaar beëindigd kunnen worden.