De verbouwing van het Binnenhof-complex in Den Haag loopt opnieuw vertraging op. De geplande opleverdatum in 2028 wordt niet gehaald. Eerst was het de bedoeling om eind 2026 klaar te zijn, dat is al twee jaar opgeschoven, maar ook dat lukt dus niet.

Op het ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening wordt gewerkt aan een “herijking van de planning”, is de reactie van het ministerie op berichtgeving van het AD.

Het AD meldt dat oplevering van de verschillende monumentale gebouwen, waaronder de Eerste en Tweede Kamer, mogelijk rond de zomer van 2030 is. De krant heeft een beroep gedaan op de Wet open overheid (Woo) en uit een van de plannen blijkt dat onder meer de beveiliging pas op de allerlaatste dag van 2029 klaar is.

Tijdelijk onderkomen

De datum van 2030 willen Haagse bronnen niet bevestigen, maar duidelijk is wel dat het later wordt. Eind dit jaar krijgt de Tweede Kamer informatie over de datum dat het parlement mogelijk kan terugverhuizen vanuit het tijdelijke onderkomen in het voormalige ministerie van Buitenlandse Zaken.

Er is geen grote tegenvaller die de huidige vertraging veroorzaakt, maar de renovatie is een veel groter project dan was gepland.

Snelst en goedkoopst

In 2015 viel het besluit om het historische complex – waar de Raad van State, de Eerste en de Tweede Kamer zijn gehuisvest – op de snelste en goedkoopste manier te verbouwen, het complete terrein af te sluiten en alle Binnenhofbewoners te verhuizen. Destijds was het idee dat de renovatie eind 2026 klaar zou zijn, voor een bedrag van 475 miljoen euro.

Inmiddels gaan de kosten naar verwachting zeker 2 miljard euro bedragen en is de opleverdatum al een twee keer opgeschoven: n april 2023 naar 2028, en nu naar die onbekende einddatum.