Tweede Kamer-nestor Kees van der Staaij (54) maakte vandaag bekend dat hij de politiek verlaat. Hij kwam 25 jaar geleden namens de SGP als volksvertegenwoordiger naar Den Haag. Dat was vijf maanden eerder dan Geert Wilders, die in augustus 1998 voor de VVD in de Tweede Kamer kwam.

Van der Staaij was destijds “een groentje” van 29 jaar, dat het belangrijk vond om het vooroordeel van de SGP als oudemannenpartij te doorbreken. Hij stelde zich open en sociaal handig op en werd al snel populair bij collega-Kamerleden van andere partijen.

In 2010 volgde hij Bas van der Vlies op als partijleider. Hij zei daarbij dat hij de inhoudelijke koers niet zou wijzigen en dezelfde streng-christelijke principes zou blijven aanhangen. Maar de mediastrategie van de SGP veranderde meteen bij zijn aantreden.

Tv-optredens

Waar zijn voorganger aanvankelijk nog wat huiverig was om op te treden voor televisie – volgens een deel van de orthodoxe achterban een duivels apparaat – begon Van der Staaij meteen videoblogs te maken en te twitteren.

Hij ontpopte zich ook tot regelmatige gast in talkshows, waar veel interesse bestond voor zijn grote staatsrechtelijke kennis. En dit jaar verscheen hij zelfs in het eerste spotje van de SGP ooit in de Zendtijd voor Politieke Partijen.

Van der Staaij wordt vaak aangeduid als het “staatsrechtelijk geweten” van de Tweede Kamer. Hij is wars van politieke spelletjes en probeert elk onderwerp ‘zuiver’ te benaderen, op basis van de wetten en regels van de rechtsstaat.

Mede daarom werd hij ook gevraagd als voorzitter van twee werkgroepen: een over de herziening van het Reglement van Orde van de Tweede Kamer en een over de versterking van de positie van de Tweede Kamer.

Abortus en lhbti

Tegenover alle lof voor zijn kennis en kunde staat ook kritiek. Van der Staaij, die lid is van de Oud-Gereformeerde Gemeenten, verdedigt vanuit zijn religieuze overtuigingen standpunten die veel mensen als kwetsend en discriminerend ervaren.

Zo zei hij ooit op een vraag over abortus dat de kans dat vrouwen zwanger raken na een verkrachting heel klein is en stuurde hij een ingezonden brief naar The Wall Street Journal waarin hij uithaalde naar het Nederlandse euthanasiebeleid.

Hij noemde de islam een bedreiging en was een van de prominente ondertekenaars van de Nederlandse versie van een Amerikaans anti-lhbti-pamflet, dat stelde dat homoseksuelen en transgenders van hun geaardheid kunnen genezen. Dat sloot volgens hem aan bij “de bijbelse noties over huwelijk, gezin en seksualiteit”.

‘Constructief bijdragen’

Op de SGP-site zegt Van der Staaij dat zijn drijfveer is om “vanuit bijbelse waarden en normen herkenbaar en constructief een steentje bij te dragen aan goede besluitvorming”

En het is die constructieve houding van Van der Staaij die vooral lijkt te beklijven. Ondanks zijn soms zeer conservatieve standpunten, bleef hij voor velen het aimabele, betrouwbare gezicht van de SGP.

Zijn onderkoelde humor werd ook zeer gewaardeerd in de Tweede Kamer:

Hij kon het op persoonlijk vlak ook goed vinden met veel politici, onder wie Mark Rutte. In 2012 hadden de twee een gesprek op de achterbank van de dienstauto van de premier, waarna de SGP uitgroeide tot een soort informele gedoogpartner van het kabinet-Rutte I en II.

‘Vind hem geweldig’

Rutte roemde Van der Staaij vanmiddag op zijn wekelijkse persconferentie. Hij noemde hem “een man voor wie je de pen even neerlegt als hij het woord voert”, iemand die niet met de meute meegaat, maar in staat is zijn eigen keuzes te maken. “Het is een man met enorm veel humor, en je kunt heerlijk met hem roddelen. Ik vind hem echt geweldig.”

D66-fractievoorzitter Paternotte zegt op X dat Van der Staaij vaak zijn tegenpool was “en toch wist hij bruggen te slaan waar weinigen die kans zagen”.

Volt-leider Dassen vindt het vertrek van Van der Staaij een aderlating. “De Kamer verliest haar staatkundig geheugen (en grappigste Kamerlid).”

Van der Staaij zelf vindt het na 25 “tropenjaren” genoeg geweest. Hij is tot de conclusie gekomen dat “de tijd van gaan voor mij nu is gekomen. ” Hij heeft het ambt van volksvertegenwoordiger altijd als een roeping ervaren “maar niet als een roeping voor het leven”.