Tientallen Tweede Kamerleden krijgen een vorm van beveiliging vanwege online of fysieke bedreigingen, of het risico daarop. Het televisieprogramma Zembla stelt dat vast, mede op basis van informatie van het Kadaster, het Openbaar Ministerie en de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid.
Het gaat niet in alle gevallen om fysieke beveiliging. Bij 27 Kamerleden zijn de veiligheidsmaatregelen in de vorm van afscherming van de persoonlijke gegevens in het Kadaster. Dat is volgens Zembla gedaan in opdracht van het OM en de NCTV, omdat er concrete aanwijzingen zijn dat de betrokken politici risico’s lopen.
Ook zijn speciale veiligheidsmaatregelen genomen voor alle fractievoorzitters. Zo hebben zij een noodknop, een alarminstallatie of een anti-inbraakdeur in huis. D66-fractieleider Paternotte legt in de uitzending van vanavond uit dat hij aan een kinderoppas niet alleen moet uitleggen waar de luiers liggen, maar ook waar de noodknop te vinden is.
In totaal krijgen zeker 41 van de 150 Kamerleden een vorm van beveiliging, stelt het tv-programma. Demissionair minister Yesilgöz van Veiligheid en Justitie spreekt in de uitzending van een schokkend hoog aantal. “Als je daarbij ook nog de journalisten, de advocaten, de rechters en de officieren van justitie optelt, betekent dat dat onze democratie onder druk staat.”
Wilders en Kaag
Het OM maakte eerder bekend dat de politie vorig jaar 1125 meldingen binnenkreeg van bedreigingen van politici, dus niet alleen van Kamerleden, maar ook van bijvoorbeeld ministers en burgemeesters. Een groot deel daarvan was aan het adres van PVV-leider Wilders, die om die reden al jaren 24-uursbewaking krijgt.
Een ander bekend voorbeeld is minister Kaag, die thuis mensen met fakkels aan de deur kreeg. De dreiging is voor haar een van de redenen om uit de landelijke politiek te stappen.
Anonieme accounts
Een groot deel van de bedreigingen gebeurt via anonieme accounts op sociale media. Minister Yesilgöz noemt het “ongelooflijk laf om allemaal dingen over iemand anders te zeggen die je blijkbaar onder je eigen naam niet durft”.
Yesilgöz wil dat aanpakken, maar beseft naar eigen zeggen dat het niet realistisch is om daarvoor in Nederland eenzijdig wetgeving te maken. Ze pleit dan ook voor een aanpak in Europees verband.