Het kabinet is voorlopig niet van plan om de huurplannen te wijzigen, hoewel het aantal beschikbare huurwoningen in de vrije sector snel afneemt. Projectontwikkelaars, beleggers en verhuurders zeggen dat de nieuwe kabinetsplannen contraproductief werken: er komen minder, in plaats van meer huurhuizen op de markt.
Maar minister De Jonge voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening is het hier niet mee eens. “Ik snap de zorgen over de dip in de bouw, maar we zijn het over een aantal punten niet eens.” Hij denkt dat het dalende aantal huurwoningen in de vrije sector onder meer komt door de hoge rente. Het is daardoor voor beleggers te duur om nieuwe bouwprojecten te beginnen.
Aanbod sterk afgenomen
Het woningplatform Pararius waarschuwde onlangs dat het aanbod in de vrije sector steeds verder afneemt. Het aantal aanvragen op een beschikbare woning is in de periode van 2021 tot 2023 verviervoudigd, met name in de Randstad. “En het aanbod van huurwoningen in de vrije sector is sterk afgenomen”, constateert directeur Jasper de Jong.
Het kabinet heeft de afgelopen tijd een aantal plannen gepresenteerd om huurders beter te beschermen tegen hoge huurprijzen in de vrije markt. De verhuurders, zoals huisjesmelkers, worden harder aangepakt om te voorkomen dat ze makkelijke winsten halen uit de verhuur van woningen die ze zelf met een lage rente hebben gekocht.
Stapeling van regels
Zo komt er vanaf volgend jaar een puntensysteem met een maximumhuurprijs voor deze woningen. Er komt een einde aan het tijdelijke huurcontract en sinds dit jaar moeten verhuurders meer belasting betalen.
Volgens vastgoedexperts is het gevolg dat particuliere verhuurders geen heil meer zien in verhuur en hun huurpand verkopen. Ze zeggen dat ze vooral tegen de stapeling van nieuwe regels aanlopen. Door een combinatie van hogere vermogensbelastingen en het aan banden leggen van huren zou woningverhuur niet meer rendabel zijn. Daar komen ook nog eens de eisen op het gebied van duurzaamheid bovenop.
De Jonge snapt dat de combinatie van zijn huurplannen en fiscale maatregelen een negatief effect heeft. “Het kan zijn dat dit knelt”. Hij wil wel met staatssecretaris Van Rij van Financiën kijken of daar nog iets in aangepast kan worden. Maar grote wijzigingen zijn niet te verwachten van de kant van de woonminister.