De taaleisen voor medewerkers in de kinderopvang en de buitenschoolse opvang (bso) worden verlaagd. Dit omdat de sector kampt met personeelstekorten. Dat heeft demissionair minister Van Gennip van Sociale Zaken besloten. De taaleisen zijn bedacht omdat te veel medewerkers niet goed genoeg de Nederlandse taal beheersen, ook al hebben zij een opleiding voor de kinderopvang afgerond.
De taaleis voor pedagogisch medewerkers en studenten gaat, na eerder uitstel, op 1 januari 2025 in. Zij moeten dan aantoonbaar Nederlands spreken en begrijpen op het zogenoemde 3F-niveau. Dat is het niveau dat leerlingen moeten hebben die de havo of mbo 4 afronden.
Maar veel kinderopvangorganisaties zeggen dat zij die datum met hun personeel niet halen. 41 procent van de kinderopvangorganisaties die het ministerie ondervroeg heeft nog niets gedaan om het personeel de taaleis te laten halen. Ook zorgt de taaleis voor een tekort aan geschikt nieuw personeel.
De minister maakt daarom een uitzondering voor medewerkers in de bso. Zij hoeven slechts aan de taaleis 2F te voldoen, dat is mbo 3-niveau. Taal is op de bso niet het belangrijkst en “de kinderen brengen daar vergeleken met de dagopvang gemiddeld minder uren door”, schijft Van Gennip in haar brief aan de Tweede Kamer.
Friestalige kinderopvang
Voor medewerkers die in een kinderopvang werken waar sowieso geen Nederlands wordt gesproken vervalt de taaleis helemaal. Van Gennip: “Bijvoorbeeld in het kader van meertalige kinderopvang, gedeeltelijk Friestalige kinderopvang of een andere taal in verband met de herkomst van kinderen en specifieke omstandigheden.”
Voor opvangmedewerkers van 60 jaar en ouder geldt dat zij vanaf 1 januari 2025 drie jaar extra de tijd krijgen om aan de taaleis te gaan voldoen.
Van Gennip roept de taalopleidingen op meer met de sector mee te denken. “Dit is vooral relevant voor de deelvaardigheid ‘luisteren’ omdat pedagogisch professionals en studenten dit onderdeel als moeilijk ervaren”, zegt zij. Meer examenvoorbereiding en mondeling én op papier toetsen in plaats van digitaal zou dat moeten verbeteren.
Helft personeel in opleiding
Een andere versoepeling die Van Gennip doorvoert om het personeelstekort terug te dringen is het maximum toegestane aantal opvangmedewerkers dat nog in opleiding is verruimen. Tot 1 juli 2026 mag de helft van het personeel in een opvang bestaan uit mensen die hun pedagogische opleiding nog niet hebben afgerond. Daarna wordt het een derde.
De minister noemt het zorgelijk dat er signalen zijn dat de personeelstekorten ertoe leiden dat meer kinderen tijdens de opvang gewond raken. Zij werkt daarom samen met de GGD GHOR en de gemeenten aan een registratiesysteem van incidenten. Dat moet 1 januari 2026 ingaan.