Jan Paternotte, fractievoorzitter van D66, hoeft geen schadevergoeding aan Farmers Defence Force (FDF) te betalen. Dat heeft de kantonrechter in Leiden bepaald.
De boerenactiegroep had 20.000 euro geëist omdat Paternotte in twee tweets de eer en goede naam van FDF zou hebben aangetast. De kantonrechter in Leiden oordeelde echter dat Paternotte niks onrechtmatigs heeft gedaan.
Het ging om een tweet van 4 augustus vorig jaar. Paternotte schreef daarin het volgende: “Goed dat Farmers Defence Force morgen niet aan tafel zit met Remkes en het kabinet. Een club die oproept tot intimidatie, asbestdumpingen en brandstichting goedpraat en positie boeren vergelijkt met positie Joden onder nazibewind is geen gesprekspartner.”
Ongeveer twee weken later deelde Paternotte een tweet van iemand anders. Daarin stond een videoboodschap van FDF-voorman Marc van den Oever, die zei dat Paternotte en partijgenoot Tjeerd de Groot “door de knietjes zouden gaan voor de strijders van FDF”. Paternotte noemde dat een bedreiging.
Eer en goede naam
FDF vond dat de fractievoorzitter daarmee de eer en goede naam van de belangengroep had aangetast en spande een zaak aan tegen Paternotte. De rechter kan zich niet vinden in de eis van FDF. De kantonrechter zegt in elk geval niet te kunnen vaststellen of er een strafbaar feit is gepleegd, zoals FDF zei, want dat is aan de strafrechter.
Verder staat in de uitspraak dat niet is uit te sluiten dat de tweets van de politicus de eer en goede naam van FDF hebben aangetast, maar volgens de kantonrechter was de inhoud niet onrechtmatig. De rechter bepaalt dat de bewoordingen van uitspraken van de voorman van de boerenorganisatie voldoende grondslag bieden om die te kunnen begrijpen als het goedpraten van asbestdumping en brandstichting. Ook wijst de rechter erop dat Paternotte zijn uitlatingen heeft gedaan als politicus en dat aan een politicus een grote mate van vrijheid toekomt in het maatschappelijk debat.
FDF versus Kaag
In 2021 verloor FDF een soortgelijke rechtszaak tegen D66-leider Sigrid Kaag. Die zaak ging over een uitspraak van Kaag in Nieuwsuur, waarin ze had gezegd dat FDF zich schuldig heeft gemaakt aan, of betrokken is geweest bij het omverrijden van hekken en bedreiging van journalisten.