Met de Urgenda-klimaatzaak als voorbeeld beginnen belangenorganisaties steeds vaker rechtszaken tegen de Staat. Ze willen via de rechter politiek beleid afdwingen dat volgens hen in het belang is van een groep mensen, soms zelfs alle Nederlanders. Gisteren oordeelde de rechter dat de overheid jarenlang heeft verzuimd omwonenden van Schiphol te beschermen tegen lawaai.
De rechter vindt dat de Staat zich moet houden aan haar eigen regels en daarmee de mensenrechten moet waarborgen van mensen die last hebben van lawaai. Volgens Khadija Arib, voorzitter van de omwonendenraad Schiphol, betekent de uitspraak eindelijk erkenning in een zaak die zich al decennialang voortsleept.
Leermoment
Dat de rechter de overheid nu weer op de vingers tikt is volgens Arib “een leermoment” voor de politiek. “De staat moet z’n burgers beschermen. Omwonenden van Schiphol zijn jaren bezig geweest en de geluidshinder werd alleen maar erger. Dan rest burgers niets anders dan naar de rechter te stappen.”
“Het middel van de gang naar de rechter is nu wel echt ontdekt”, zegt hoogleraar privaatrecht Elbert de Jong. “We zien het vooral in milieuzaken. Het gaat om zaken met een algemeen belang, maar ook om zaken met specifieke belangen, zoals in deze Schiphol-zaak.”
Het schaadt het aanzien van de politiek, vindt Arib. “Het vertrouwen in de politiek daalt al jaren. Het wantrouwen van burgers wordt versterkt door dit soort zaken. Dus: laat het niet zo ver komen, overheid! Dit kost ook heel veel geld. Ik hoop dat het iets teweegbrengt.”
Politieke implicaties
Veel organisaties beroepen zich bij hun gang naar de rechter op het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, dat bepaalde mensenrechten en fundamentele vrijheden waarborgt. Zo ook in de zaak over de geluidsoverlast van Schiphol, die draaide om blootstelling aan te veel lawaai.
Het belang van omwonenden is volgens de rechter consequent ondergeschikt geweest aan de belangen van de luchthaven en de Nederlandse economie. De Jong: “Het gaat in al die zaken min of meer steeds om het naleven van door de overheid zelf vastgelegde regels. Dat is waar de rechter de overheid aan houdt.”
Politici vrezen dat ze uit vrees voor een rechtszaak nu steeds minder kunnen. “Dat argument hoor je vaker”, zegt De Jong. “Maar de rechtszaak gaat over mensenrechten en daar heeft de politiek zich altijd aan te houden. Het feit dat een uitspraak politieke implicaties heeft, wil nog niet zeggen dat het oordeel en de overweging ook politiek zijn. De rechter toetst op juridische gronden.”
Steun in de rug
Arib ziet de uitspraak van de rechter als een steuntje in de rug voor demissionair minister Mark Harbers van Infrastructuur. Ze noemt hem de eerste minister die zijn nek heeft uitgestoken. “Ik hoop en denk dat deze uitspraak de minister zal helpen in zijn krimpplannen voor Schiphol. Ook de rechter vindt dat de geluidsoverlast moet worden aangepakt, dus dat kan Harbers in Europa goed uitleggen.”
De omwonenden van Schiphol kregen gisteren dan wel juridisch gelijk, maar het is volgens De Jong nog wel even afwachten wat dat in de praktijk zal betekenen. De overheid heeft twaalf maanden de tijd voor verbeteringen en er zijn geen dwangsommen opgelegd. “De Urgenda-zaak heeft ons geleerd dat de overheid niet altijd even voortvarend te werk gaat met het implementeren van rechterlijke uitspraken.”