“De partijen moeten over hun eigen schaduw heen springen”, reageerde PVV-leider Wilders gisteravond op de grote verkiezingsoverwinning die zich aftekende. Hij roept andere partijen op te zoeken naar overeenkomsten, en zegt te willen samenwerken. “Het kan niet zo zijn dat door een mislukte formatie straks Frans Timmermans ermee aan de haal gaat, dat moet niet gebeuren.”

De PVV is waarschijnlijk in haar eentje goed voor 37 van de benodigde 76 zetels voor een meerderheidskabinet. Het aan boord krijgen van andere grote partijen zal lastig worden, maar er lijkt toch wel ruimte.

Was Pieter Omtzigt (NSC) voor de verkiezingen afwijzend over samenwerking met de PVV vanwege de standpunten van de partij over de islam en de rechtstaat, gisteravond benadrukte hij dat het land bestuurd moet worden, al noemde hij Wilders niet bij naam. Net als Wilders had hij het over “over de schaduw heen springen”. En Dilan Yesilgöz (VVD), die eerder zei dat ze niet in een kabinet wilde stappen met Wilders als premier, herhaalde dat gisteravond niet. Wel zei ze dat ze vindt dat de PVV-voorman het land niet kan verbinden. Ze wacht af waar Wilders mee komt.

Wilders zal het moeten zoeken bij deze twee van de ‘grote vier’ van PVV, GL-PvdA, VVD en NSC. Zónder de grotere partijen zou een coalitie met Wilders bestaan uit minstens tien partijen, wat om vele redenen niet voor de hand ligt.

PVV, VVD, NSC

Tegen de NOS zei Wilders dat een centrumrechts kabinet zijn voorkeur heeft en getalsmatig ligt zo’n samenwerking ook het meest voor de hand. Met de VVD en Omtzigts NSC zou hij een werkbare meerderheid hebben van 81 zetels.

Voeg daar de BBB bij – voor Wilders ook aantrekkelijk vanwege het grote aantal zetels van BBB in de Eerste Kamer – en er zou zelfs een coalitie zijn van 88 zetels.

Uit kiezersonderzoek van onderzoeksbureau Ipsos valt op te maken dat ook de kiezer tendeert naar een meer rechts kabinet. Ruim een derde van de ondervraagden geeft de voorkeur aan een rechts kabinet, een vijfde (22 procent) ziet liever een coalitie over links. De overige respondenten kiezen een centrumkabinet of hebben geen voorkeur.

Dit is hoe kiezers zelf staan tegenover een links of rechts kabinet. JA21, Denk, 50Plus, BIJ1 en BVNL zijn niet meegenomen in de resultaten, omdat er van die partijen te weinig respondenten waren:

Verder vindt meer dan een derde van de Nederlanders (36 procent) dat de PVV moet meedoen in het nieuwe kabinet. Daarna volgen de VVD (32 procent) en NSC (33 procent). Lager staan GL-PvdA (28 procent), BBB (22 procent) en D66 (20 procent).

Wie in ieder geval niet de PVV zal opzoeken voor een mogelijke coalitie is dat andere lid van de ‘grote vier’, GL-PvdA. Lijsttrekker Timmermans feliciteerde Wilders weliswaar met zijn overwinning, maar haalde meteen uit: zijn partij zal nooit in een coalitie stappen “met een partij die Nederlanders uitsluit”, waarmee hij doelde op de PVV.

GL-PvdA, VVD, NSC en een vierde partij

Voor een coalitie met GL-PvdA zouden minstens vier partijen nodig zijn. Zelfs als de VVD en NSC met Timmermans zouden willen regeren, heeft hij maar 69 zetels. Met D66 erbij wordt dat 78.

Maar politiek ligt dat niet voor de hand. Zeker veel VVD-kiezers zitten allerminst te wachten op een coalitie met GL-PvdA en andersom verwees Timmermans in de campagne de VVD consequent “naar de reservebank”.

Zowel bij een meerderheidscoalitie onder leiding van Wilders als bij een samenwerking onder leiding van Yesilgöz of Timmermans zal de premiersvraag als een donkere wolk boven de besprekingen hangen. Van de kiezers heeft 16 procent een voorkeur voor Wilders als premier. Een even groot percentage wil Yesilgöz, valt op te maken uit de gegevens van Ipsos.

Iets minder steun is er voor Timmermans (14 procent) en Pieter Omtzigt (11 procent). 18 procent van de Nederlanders weet niet wie de voorkeur heeft, of heeft geen mening. 6 procent wil geen van de lijsttrekkers als nieuwe premier zien.