Bij de Europese verkiezingen krijgt een kleine groep Nederlanders te maken met een veel kleiner stembiljet. In juni doen vijf gemeenten mee aan een proef met een stembiljet waarbij de kiezer twee keer een vakje moet inkleuren; er zit een boekje bij met alle namen van kandidaten.

Het nieuwe stembiljet is bedacht vanwege kritiek op het huidige exemplaar. Het formulier van de Tweede Kamer was 1 meter breed en 70 centimeter lang, omdat anders niet alle partijen en kandidaten leesbaar op het papier passen.

Demissionair minister De Jonge van Binnenlandse Zaken noemt het een “biljartlaken”. “Het opvouwen is alleen al een heel ingewikkeld gebeuren.” Ook de tellers in het stembureau worstelen ermee.

Toegankelijker

Het ministerie van Binnenlandse Zaken werkt al enige jaren aan een ander papieren stemformulier, nu zeker is dat de stemcomputer niet terugkomt wegens te grote fraudegevoeligheid. De Jonge vindt het belangrijk dat iedereen naar de stembus gaat. “Met dit kleinere en handzamere stembiljet willen we de verkiezingen nog toegankelijker maken.”

Het nieuwe stembiljet is aanzienlijk kleiner: het heeft een A3-formaat, dat is bijna 30 bij 42 centimeter. Op de bovenste helft staan de logo’s en namen van alle partijen. Daaronder staat een lijst met nummers om de kandidaat te kiezen.

Maar er staan geen namen van kandidaten op, daar is geen plaats voor. In elk stemhokje komt een boekje te liggen met de kandidaten en dat boekje krijgen mensen ook thuisgestuurd.

Een voorbeeld van het stembiljet voor de proef:

De stemmer moet dus eerst een vakje van de partij inkleuren en daarna die van het nummer van de kandidaat. Minister De Jonge is niet bang dat dit te ingewikkeld wordt. “Die twee handelingen zijn overzichtelijk en goed te doen.”

Maar om zeker te weten dat het werkt, is er in juni dus eerst een proef bij vijf gemeenten: Alphen aan den Rijn, Boekel, Borne, Midden-Delfland en Tynaarlo. Als het experiment goed verloopt, kan het nieuwe stembiljet in 2026 bij de gemeenteraadsverkiezingen worden gebruikt.