De extra verhoging van het minimumloon per 1 juli 2024 leidt tot politieke discussies in het kabinet en de Eerste en Tweede Kamer. Dit komt doordat de extra belastingen waarmee deze verdere verhoging betaald moet worden, nadelig zijn voor grote bedrijven. En dat is weer slecht voor het vestigingsklimaat.

Demissionair staatssecretaris Van Rij van Financiën is op zoek naar alternatieve manieren om de verhoging van het minimumloon te betalen. Het kabinet denkt daarbij aan een hogere vennootschapsbelasting, het verhogen van bepaalde werkgeverslasten zoals het Arbeidsongeschiktheidsfonds en het afschaffen van het lage btw-tarief op bepaalde diensten zoals hotelovernachtingen, zo zeggen bronnen.

Maar niets ligt nog vast. En ook de formerende partijen PVV, VVD, NSC en BBB hebben er ideeën over. Het kan zelfs nog zo ver komen dat het hele voorstel om het minimumloon extra te verhogen komt te vervallen.

‘Oude’ Tweede Kamer

De politiek ingewikkelde situatie ontstond vorig jaar vlak voor de verkiezingen. Een meerderheid in de ‘oude’ Tweede Kamer stemde eind oktober 2023 voor de extra verhoging van het minimumloon met 1,2 procent. De verhoging komt boven op de halfjaarlijkse indexatie, die inhoudt dat het minimumloon elke zes maanden meestijgt met de cao-lonen. Door die extra verhoging gaan ook de uitkeringen omhoog, en dat kost extra belastinggeld.

De toenmalige Tweede Kamer wilde daarvoor een bankenbelasting invoeren en grote bedrijven belasting laten betalen als zij hun eigen aandelen inkopen om zo de waarde daarvan te laten stijgen.

Dat was tegen het advies van het demissionaire kabinet in, en het leidde meteen tot veel protest van banken en van multinationals. “Aan de heftige reacties kon je zien dat bedrijven zich afvragen: hoe kunnen we de overheid nog vertrouwen?” zegt Van Rij vandaag.

In de Eerste Kamer nam een meerderheid het voorstel van de VVD aan om pas op de plaats te maken. Er moeten alternatieven gevonden worden die minder schadelijk zijn voor het vestigingsklimaat, zeiden de partijen daar.

Alternatieven verzinnen

Aan het kabinet werd het verzoek gedaan om alternatieven te verzinnen. Die alternatieven zijn nu in potlood bedacht. D66 en ChristenUnie, die vorig jaar nog voor stemden, denken nu toch ook mee over de alternatieven. Dat geldt ook voor VVD, NSC en BBB. Van de vier partijen die nu onderhandelen over een nieuw kabinet stemde alleen de PVV voor.

Of er voor het pakket alternatieve belastingmaatregelen in beide Kamers een meerderheid te vinden is, is nog onduidelijk. Want ook die alternatieven kunnen ongunstig uitpakken voor bedrijven, van klein tot groot.

Voor 1 juni moet er een politieke oplossing gevonden zijn. Van Rij hoopt dat de partijen hiervan geleerd hebben. “Bezint eer ge begint.”