Oud-staatssecretaris Frans Weekers ontkent dat ambtenaren hem al in een vroeg stadium hebben gewaarschuwd voor een “bloedbad” onder ouders die kinderopvangtoeslag kregen. Voor de parlementaire enquêtecommissie Fraude en Dienstverlening zei hij dat hij juist meermaals heeft gepleit voor “proportionaliteit” bij het terugvorderen van bedragen bij ouders die hun eigen bijdrage niet hadden betaald.
Weekers reageerde op uitspraken eerder deze week van Dennis Blansjaar, de toenmalige directeur van de Belastingdienst. Blansjaar zei tegen de parlementaire commissie dat Weekers al in 2012 door ambtenaren is gewaarschuwd voor de “onredelijke gevolgen” die het zou hebben als ouders die hun eigen bijdrage niet hadden betaald, de hele toeslag moesten terugbetalen. Hij gebruikte daarbij het woord “bloedbad”.
Volgens Weekers heeft het geheugen van Blansjaar hem “een beetje in de steek gelaten”. Hij wees erop dat hij tot twee keer toe op een notitie van het ministerie van Sociale Zaken heeft geschreven dat mensen wat hem betreft hun eigen bijdrage alsnog konden betalen, en dat daarmee de kous dan af zou zijn. Als het woord ‘bloedbad’ destijds al tegenover hem is gebezigd, dan had dat volgens Weekers betrekking op de gevolgen voor de Dienst Toeslagen zelf, waar medewerkers het werk niet aankonden, en niet op de gevolgen voor toeslagenouders
‘Heksenjacht’
Dat Weekers in het voorjaar van 2013 uiteindelijk toch heeft ingestemd met de strenge maatregelen waar toenmalig minister Kamp van Sociale Zaken en Werkgelegenheid mee kwam, had volgens hem te maken met “de hectiek” die er destijds was. Het was tijdens de Eurocrisis en de staatssecretaris van Financiën was “uitgerekend in deze maand” veel in het buitenland “om Griekenland te redden”.
Hij vindt achteraf bezien dat hij veel meer aandacht had moeten hebben voor wat de Fraudewet van Kamp teweeg zou kunnen brengen. “Maar ik was afhankelijk van een ander ministerie, ik kon dat niet in mijn eentje doen. En daarom heb ik het er uiteindelijk bij gelaten.” Hij zei dat hij altijd op het standpunt heeft gestaan dat “kleine fouten rechtgezet moeten kunnen worden” en noemde het “heel triest” dat er zoveel mensen slachtoffer zijn geworden van een “heksenjacht”.
Weekers benadrukte dat hij zich er lange tijd niet bewust van was, dat er problemen waren bij de Dienst Toeslagen. “Intuïtief” voelde hij wel aan dat de toen nieuwe afdeling, die geld moest uitkeren, niet thuishoorde bij de Belastingdienst, die vooral geld moet innen. “Maar je treft het zo aan en daar moet je mee werken.” Signalen dat het niet goed ging, bereikten hem niet. Ze bleven volgens hem hangen in een “leemlaag” tussen de werkvloer en zijn ministerie en daardoor had hij vaak het gevoel dat hij achter de feiten aanliep.
‘Enorme druk’
Frans Weekers was staatssecretaris van Financiën tussen 2010 en 2014. Hij trad af wegens aanhoudende problemen bij het uitkeren van kinderopvangtoeslagen. Die problemen waren een rechtstreeks gevolg van de grootschalige fraude door een Bulgaarse bende met Nederlandse zorg- en huurtoeslagen, benadrukte Weekers nog een keer. Daardoor kwam er een “enorme druk” vanuit de media en de Tweede Kamer om fraude veel harder aan te pakken.
De oud-staatssecretaris wees ook op de rol die het toenmalige CDA-Kamerlid Omtzigt speelde. “Hij vond dat ik de zaak bagatelliseerde en niet genoeg deed, ondanks alle maatregelen die ik had aangekondigd. Dat hij met een motie van wantrouwen kwam, dat doet iets met een staatssecretaris, en met de uitvoerende diensten.”
Weekers werd in 2020 al eens gehoord door de parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag. Hij noemde de toeslagenaffaire toen een “afschuwelijke zaak” die “moeilijk te verteren” is . Hij zei toen ook al dat hij liever een minder streng fraudebeleid had gehad, waarbij mensen alleen de eigen bijdrage alsnog konden betalen.