Hoewel de oorlog tussen Hamas en Israël veelvuldig wordt besproken in de verkiezingscampagne, speelt het conflict een minimale rol bij de stemkeuze van kiezers. Dat valt op te maken uit representatief onderzoek van onderzoeksbureau Ipsos, in opdracht van de NOS.
Voor slechts een vijfde van de kiezers speelt het conflict een rol bij de komende Tweede Kamerverkiezingen. De oorlog in Oekraïne speelt eveneens maar een kleine rol.
Veel belangrijker vinden Nederlanders inflatie, zorg, woningen, migratie en in mindere mate klimaat. Vooral op het gebied van klimaat zijn flinke verschillen te zien verspreid over het politieke spectrum. Zo is dat voor linkse kiezers het belangrijkste thema (46 procent), maar speelt het voor het politieke midden (21 procent) en op rechts (12 procent) veel minder.
Hoewel die thema’s als belangrijk worden gezien door kiezers, vertalen ze dat niet altijd in een stemkeuze. Voor hun stemkeuze vinden Nederlanders gezondheidszorg (65 procent) het belangrijkst, gevolgd door betrouwbaarheid van de overheid (63 procent), inflatie (62 procent), normen en waarden (60 procent) en immigratie en asiel (55 procent).
Zeker kiezers van NSC geven aan dat de thema’s ‘betrouwbaarheid van de overheid’ en ‘normen en waarden’ een belangrijke rol spelen. Voor ruim twee derde van de kiezers van GroenLinks/PvdA-kiezers is het klimaat juist een veel belangrijker stemmotief, terwijl slechts een kwart van de VVD’ers dat zo ziet.
Omtzigt, Timmermans en Yesilgöz potentieel premier
Uit het onderzoek valt verder op te maken dat de campagne rond de gezichtsbepalende politici ook nog op gang moet komen. Vergeleken met het vorige onderzoek hiernaar, rond Prinsjesdag, is het beeld vrijwel onveranderd. Zo is NSC-leider Omtzigt nog altijd de best gewaardeerde politicus, gevolgd door Yesilgöz (VVD), Van der Plas (BBB) en Stoffer (SGP). GroenLinks/PvdA-leider Timmermans blijft zich in de middenmoot bevinden.
Desondanks worden Timmermans, Omtzigt en Yesilgöz wel met zijn drieën het meest genoemd als potentiële premier. Omtzigt wordt het breedst gedragen: kiezers links, rechts en in het midden vinden hem een acceptabele premier. Timmermans is de grote favoriet onder linkse kiezers, maar minder aansprekend in andere groepen. Voor Yesilgöz geldt het omgekeerde.
Hoewel Omtzigt vaak zegt dat het van hem over de inhoud en niet over ‘de poppetjes’ zou moeten gaan, vindt 68 procent van de NSC-kiezers de partijleider even belangrijk als het partijprogramma. Ook rechtse kiezers zien dat zo. Linkse kiezers vinden de leider minder belangrijk, en vinden het partijprogramma juist vaker bepalend.
Kiezers willen NSC liefst in kabinet
Kiezers van vrijwel alle partijen zien graag Omtzigts NSC deelnemen aan een volgend kabinet. De NSC-kiezers zelf zien dat graag gebeuren in combinatie met BBB, VVD en PVV. Ook PVV-kiezers zien zo’n combinatie wel zitten, al is er binnen die groep verdeeldheid over samenwerking met de VVD. Tegelijk wil een deel van de VVD-achterban ook absoluut niet dat er wordt samengewerkt met de PVV.
Kiezers van GroenLinks/PvdA komen qua voorkeurscoalitie overeen met de wens van Timmermans. Die wil het liefst niet met de VVD samenwerken, maar voelt meer voor een centrumlinkse regering met NSC, D66 en Partij voor de Dieren.
Minder dan helft vertrouwt politiek
Verder valt uit het onderzoek op te maken dat het vertrouwen in de landelijke politiek onder alle leeftijdsgroepen laag is, al is het vertrouwen sinds Prinsjesdag iets gestegen. Vier op de tien Nederlanders hebben momenteel vertrouwen in de politiek. Als belangrijke reden wordt het onvermogen genoemd om harde keuzes te maken en problemen op te lossen.
Kiezers vinden dat de politiek vaker knopen moet doorhakken, ook als niet iedereen daar even tevreden mee is. Ze willen vooral beleid op het gebied van migratie, ouderenzorg, de huizenmarkt en koopkracht, net als stikstof- en klimaatbeleid. Ook denken Nederlanders dat de Tweede Kamer slagvaardiger kan zijn als er minder partijen zouden zijn. Een groeiend aantal kiezers (43 procent) voelt wel wat voor een kiesdrempel.
Tot slot denkt een tiende van de Nederlanders dat de Tweede Kamerverkiezingen oneerlijk zullen verlopen. 55 procent denkt dat ze eerlijk zullen zijn. Na de verkiezingen van maart 2021 dacht 68 procent van de Nederlanders nog dat de verkiezingen eerlijk waren.
Het electoraat van BBB en PVV is relatief sceptisch. Respectievelijk 46 procent en 32 procent verwacht dat de verkiezingen eerlijk zullen gaan. Bij Forum voor Democratie denkt slechts 4 procent dat de verkiezingen eerlijk zullen verlopen. Bij andere partijen ligt dat aandeel tussen ruim de helft tot drie kwart.