Pieter Omtzigt maakt geen haast met zijn besluit over zijn mogelijke ambitie om premier van Nederland te worden. Het Kamerlid en de leider van Nieuw Sociaal Contract (NSC) heeft een tijd gezegd dat hij niets voelt voor het premierschap als zijn recent opgerichte partij de grootste wordt bij de Tweede Kamerverkiezingen in november.
De afgelopen tijd is hij er anders over gaan denken. In televisieprogramma Op1 zei Omtzigt dat hij er met zijn kandidaat-Kamerleden nog over nadenkt. “Maar we gaan geen haast maken.”
Omtzigt was bij de talkshow aanwezig met zo’n twintig leden van de NSC-lijst. Niemand stak zijn hand op bij de vraag of hun partijleider ook premier moest worden. “We doen de dingen één voor één”, aldus Omtzigt. Het wachten is nu op het verkiezingsprogramma. Bijna alle partijen hebben die al gepresenteerd. Omtzigt verwacht het programma van zijn partij binnen twee tot drie weken te kunnen presenteren.
Een aantal thema’s van het verkiezingsprogramma is al bekend; als het aan Omtzigt ligt, moet er een beter bestuur en een nieuw kiesstelsel komen. Ook moet er meer gedaan worden aan de bestaanszekerheid en de voedselarmoede onder een grote groep Nederlanders.
Distributiecentra
Verder wil hij de migratie beperken, lichtte hij toe in Op1, tot een maximale instroom van 50.000 nieuwkomers per jaar. Het gaat dan niet alleen om asielzoekers, maar ook om buitenlandse studenten en arbeidsmigranten. Om de laatste groep te verkleinen moeten er geen grote distributiecentra meer komen, zei Omtzigt, waar zij vaak voor een laag loon aan het werk worden gezet.
Ook de expatregeling moet verdwijnen. Dat is een regeling waarbij kennismigranten voor 30 procent worden vrijgesteld van het betalen van belasting. Om de buitenlandse studenten te weren, moet Nederlands de voertaal worden op universiteiten en hogescholen. En de gezinshereniging kan ook beperkt worden, vindt Omtzigt.
Boos
Omtzigt zat in 2021 zo’n zestien weken thuis met een burn-out en zijn terugkomst viel hem destijds zwaar, zo zei hij. Hij werd destijds bestookt met vragen over zijn politieke toekomst en hij wilde vooral verder met zijn werk als eenmansfractie. In die tijd was hij ook weleens boos en viel hij uit tegen medewerkers, erkende hij in Op1. “Daar ben ik niet trots op.”
Inmiddels gaat het beter met hem. Omtzigt: “Ik zit veel beter in mijn vel. Ik voel me een stuk beter.”