De olieprijs loopt snel op en dat heeft voor veel mensen en economieën wereldwijd gevolgen. Vanochtend kostte een vat ruwe olie voor het eerst in bijna een jaar tijd meer dan 95 dollar. Ook bij de tankstations stijgen de prijzen.

Vrijwel het hele jaar schommelde de olieprijs tussen de 75 en 85 dollar, maar de laatste weken loopt de prijs op. Er is veel vraag naar olie. Volgens het Internationale Energieagentschap was er nog nooit zoveel olie nodig als in 2023.

Het gaat om bijna 102 miljoen vaten per dag. Die hogere vraag komt onder meer doordat de Chinese economie aan het herstellen is van de coronacrisis. Die groei is weliswaar minder dan verwacht, maar leidt al met al wel tot meer vraag naar olie. Ook wordt er meer gevlogen. Daardoor hebben luchtvaartmaatschappijen meer brandstof nodig.

Minder olie oppompen

Aan de andere kant hebben grote olieproducerende landen juist gezegd voorlopig op de rem te trappen. Zeker tot het eind van het jaar willen Saoedi-Arabië en Rusland hun productiebeperkingen in stand houden.

Volgens Saoedi-Arabië is die beperking nodig omdat er veel onzekerheid is over de wereldeconomie en daarmee over de vraag naar olie de komende maanden. Daarbij wijst het land op de kwakkelende Europese economie en het risico dat de stijgende rentes in de VS en de EU leiden tot neergang van de economie.

Benzine duurder

De hogere olieprijs leidt tot nieuwe zorgen over de inflatie. Als olie duurder wordt, leidt dat tot hogere prijzen van allerlei spullen. Bijvoorbeeld omdat transport duurder wordt.

Dat is al terug te zien bij de benzinestations. De adviesprijs voor een liter benzine is volgens United Consumers 2,30 euro. Eind juli was benzine nog 10 cent goedkoper. De adviesprijs wordt lang niet overal gehanteerd. Bij tankstations die niet langs de snelweg liggen, is tanken doorgaans goedkoper.

De accijnzen bepalen voor het grootste deel de prijs van brandstoffen. Een meerderheid van de Tweede Kamer wil een geplande verhoging van de accijnzen per 1 januari met 21 cent tegenhouden, zo bleek gisteren.