Ondanks meerdere beloftes voor beterschap, gaat er nog altijd veel mis met de Wet open overheid. Burgers die via een Woo-verzoek informatie van de overheid opvragen, moeten veel te lang op een besluit wachten, bleek eerder deze week. Staatssecretaris Van Huffelen zegt vandaag dat de overheid veel meer informatie actief openbaar moet maken op één centrale plek.

Dat ministeries steeds langer doen over de behandeling van een Woo-verzoek is volgens de Tweede Kamer onnodig. Een aantal partijen riep staatssecretaris Van Huffelen voor Koninkrijksrelaties en Digitalisering vandaag op met verbeteringen te komen. “We zitten nu echt in de fase van doen”, zei Kamerlid Glimina Chakor (GroenLinks-PvdA).

De Woo – die in 2022 de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) verving – schrijft voor dat iemand die een informatieverzoek doet, binnen 42 dagen een besluit moet ontvangen. Het afgelopen jaar duurde het gemiddeld 172 dagen voor er een besluit was genomen, waar dat in 2022 nog 167 dagen was. Dat bleek deze week uit onderzoek van Open State Foundation, Instituut Maatschappelijk Innovatie en de Universiteit van Amsterdam. Het aantal Woo-besluiten van ministeries is ook fors toegenomen van 1.125 in 2022 naar 1.762 vorig jaar jaar.

“Het ligt aan de mentaliteit die heerst binnen de departementen. Het wordt vaak als een corveetaak gezien”, zegt Serv Wiemers, directeur van Open State Foundation.

Daan Rijsenbrij moest tien maanden wachten op zijn opgevraagde informatie:

Van Huffelen tempert de verwachtingen dat één uniforme aanpak door alle ministeries snel zal zijn geregeld. “Sommige oplossingen vragen tijd door de ingewikkeldheid.” Zelf is ze op haar eigen departement een pilot gestart met verbeteringen in de infomatievoorziening. “Het actief openbaar maken van informatie is noodzakelijk, daar komt voor de zomer meer duidelijkheid over.”

Onacceptabel

Tim Staal is journalist en Woo-deskundige. Dat de afhandeling van grote verzoeken, bijvoorbeeld over documenten van duizenden pagina’s, lang duurt, noemt hij begrijpelijk. “Wat juist zo opmerkelijk is, is dat ook over een verzoek van bijvoorbeeld 25 pagina’s gemiddeld zo’n honderd dagen wordt gedaan. Dat is onacceptabel.”

Het enige dat volgens Staal in de weg staat om de problemen op te lossen, is bestuurlijke wil. “De wil om het goed te organiseren, er prioriteit aan te geven, te zorgen dat je Woo-ambtenaren benoemt die de ruimte krijgen om op een onafhankelijke en efficiënte manier hun werk te kunnen doen richting journalisten en burgers.”

‘Nodeloos ingewikkeld

Ineke van Gent is voorzitter van het Adviescollege Openbaarheid en Informatiehuishouding (ACOI). Ook zij ziet dat een deel van de ministeries vaak naar allerlei argumenten zoekt om informatie niet te verstrekken. “Ze maken het nodeloos ingewikkeld en zoeken soms geitenpaadjes om er onderuit te kunnen komen. Daar zijn wij wel een beetje klaar mee. Het wordt de hoogste tijd dat de Tweede Kamer, die de wet heeft aangenomen, daar paal en perk aan stelt.”

Van Gent, jarenlang Kamerlid voor GroenLinks en nu burgemeester van Schiermonnikoog, pleitte vorig jaar al voor meer openheid. “Er moet binnen de overheid een serieuze gedragsverandering komen als het gaat om het openbaar maken van overheidsdocumenten. Toegang tot overheidsinformatie is een essentieel recht voor iedereen én noodzakelijk om de democratie beter te laten werken.”