Na flink wat ophef kwam afgelopen zondag de eerste trein met Romeins huisvuil aan in Amsterdam. Het Amsterdamse Afval Energie Bedrijf (AEB) sloot een deal met Rome dat een groot vuilnisprobleem heeft. AEB gaat het afval verbranden.

Rome kan het afval zelf niet verwerken. Op z’n vroegst komt er in 2026 een eigen verbrandingsoven, zegt correspondent Heleen d’Haens. “Tot die tijd moet Rome het afval kwijt over de grens.” Het gaat om 1800 ton Romeins afval per week.

Verschillende Kamerleden spreken er schande van dat Nederland het Romeinse afvalprobleem oplost. “Een trein vol pizzadozen en blikjes over ons al te drukke spoor, om dat vervolgens in de fik te steken in de verbrandingsoven. Dit roept de nodige vragen op”, vindt Erik Haverkort (VVD).

Beter dan storten

De keuze viel op de verbrandingsovens van AEB dat met het verbranden ook energie opwekt. Die is bedoeld voor de verwarming van huizen, industrie en kassen. Amsterdam-West en -Noord zijn afhankelijk van deze warmte uit de afvalverbranding.

Onderzoeksbureau CE Delft onderzocht de milieu-impact van de verbranding in Amsterdam. Is er sprake van een grotere uitstoot van CO2 en stikstof in de lucht? “Verbranden is beter dan het storten van afval in Italië. Bij storten komt veel methaan vrij, wat een 28 keer sterker broeikasgas is dan CO2”, zegt Geert Bergsma van CE Delft. “Zelfs als de uitstoot van het vervoer per trein wordt meegenomen, is in Nederland verbranden beter.”

Verschillende deskundigen zeggen dat het importeren van Italiaans afval beter is voor het milieu dan storten in Italië. Maarten Bakker, hoogleraar recycling, zegt dat de uitstoot van stikstof bij afvalverbranding meevalt. “De verbrandingsinstallatie van AEB is modern en daardoor wordt een groot deel van de stikstof weggefilterd.”

Nederland heeft veel verbrandingsovens. Vorig jaar werd 7,5 miljoen ton afval verbrand. Hiervan was 1,1 miljoen ton afval, bijna 15 procent, afkomstig uit het buitenland.

Het importeren van huisvuil is niet uniek. Al ruim tien jaar importeren de twaalf Nederlandse afvalverwerkers afval uit het buitenland. Nederland is samen met Zweden zelfs Europees koploper als het gaat om de import van huisvuil. Dan gaat het met name om Brits huisvuil. Maar ook uit Ierland, België en dus Italië, komt afval naar Nederland. Deze landen hebben een tekort aan verbrandingsovens.

Het afbouwen van het storten van afval gaat terug tot 2002. Pieter van Geel (CDA), oud-staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, stond aan de wieg daarvan. Nederland had weinig verbrandingsinstallaties en stortte dus veel milieubelastend afval. “We wilden graag dat storten stoppen door de investeringen in nieuwe verbrandingsinstallaties aan te jagen.”

De afvalverwerkers vreesden dat bij een steeds betere recycling er minder afval voor verbranding zou overblijven. “In dat geval zouden ze hun investeringen in de peperdure ovens niet terugverdienen”, zegt Geel. Daarom werd de Europese import van afval toegestaan. Dat beleid werkte: in de jaren na 2002 werden er veel nieuwe verbrandingsinstallaties gebouwd, waarmee een half miljard euro aan investeringen gemoeid was.

Strijd om afval

Het Nederlandse afval nam door verbeterde recycling uiteindelijk inderdaad af. De verbrandingsovens werden aangevuld met buitenlands afval. Op het hoogtepunt in 2017 importeerde Nederland 1,9 miljoen ton afval. In 2019 kwam er een invoerbelasting op huisvuil, waardoor de import iets afnam.

Op dit moment importeert Nederland ongeveer evenveel afval als Zweden. Hoogleraar Bakker ziet daar ook niet snel verandering in komen. “We moeten blijven verbranden, anders hebben we niet genoeg warmte voor huizen.” Dat vindt hij slecht nieuws voor het verder verbeteren van recycling. “We zitten nu in een periode dat ons afval door reclycling steeds verder afneemt. Nu begint er een strijd om afval, want we krijgen tekorten.”

Ondanks de kritiek heeft het Amsterdamse AEB met Rome nog een contract voor twee jaar. Voor het verbranden van Romeins afval ontvangt het bedrijf 360.000 per week.