Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek is het aantal daklozen in Nederland afgelopen jaar gedaald. Uit de cijfers blijkt dat er in 2022 26.600 mensen tussen de 18 en 65 jaar dakloos waren. Het jaar daarvoor ging het nog om 32.000 mensen.

De cijfers roepen vragen op bij daklozenorganisaties. Zij herkennen de afname niet en vragen zich af of er niet grote groepen buiten beeld blijven.

Het CBS telt alleen mensen tussen de 18 en 65 die geregistreerd staan in bepaalde registers. Zo gebruikt de organisatie cijfers van het aantal mensen dat is ingeschreven bij dag- en nachtopvang, het aantal mensen dat gebruikmaakt van postadressen om bijvoorbeeld een uitkering op te ontvangen en gegevens van de reclassering.

Daarnaast gebruikt het CBS die bestaande informatie om schattingen te maken van het aantal daklozen waar moeilijk zicht op te krijgen is. Het gaat dan om mensen die bijvoorbeeld in hun auto of bij vrienden op de bank slapen.

Geen verklaring

Daaruit ontstaat het beeld dat het aantal daklozen iets daalt. Dat komt volgens het CBS omdat het aantal mensen dat zich meldde bij de dag- en nachtopvang en de daklozen die via reclassering worden geregistreerd daalt.

Het aantal dakloze mensen met postadressen bij laagdrempelige opvangadressen steeg wel. Maar omdat het op de andere twee plekken daalde, valt ook de schatting van het totale aantal daklozen lager uit dan de afgelopen jaren.

Een verklaring voor de daling heeft het CBS niet. “Net zoals we eerder ook niet goed konden verklaren waardoor het aantal daklozen een aantal jaar juist toenam,” zegt Tanja Traag hoofdsocioloog van het CBS.

In de daklozenopvang wordt enigszins verbaasd gereageerd op de daling. Zo ziet HVO Querido, een daklozenorganisatie in Amsterdam juist een tegenovergestelde trend. De organisatie zegt in het NOS Radio 1 journaal 5000 mensen op te vangen. “En dat aantal neemt alleen maar toe.”

Scheidingen en ongedocumenteerden

Valente, brancheorganisatie voor organisaties in de maatschappelijke opvang, herkent het verhaal van HVO Querido uit andere delen van het land: “Wij hebben ook geen andere cijfers, maar we denken wel dat er grote groepen buiten beeld blijven”, zegt directeur Esmé Wiegman.

Zo sliepen er in de winter van 2022 meer mensen op straat door overvolle maatschappelijke opvang. Het Leger des Heils sprak toen van een toename van 25 procent. Ook de gemeentes van Utrecht en Amsterdam trokken toen aan de bel.

Valente denkt dat er onder meer nog meer economische daklozen zijn dan nu ingeschat wordt. “Dat komt vaak door problemen met huisvesting. Je hebt bijvoorbeeld een toenemende groep die door scheidingen op de bank slaapt.”

Ook ziet Valente het aantal jongeren en ongedocumenteerden zonder dak boven hun hoofd toenemen. “We horen zeker uit de grote steden verhalen over ongedocumenteerde mensen in tentjes en buitenslapers. Dat zijn mensen die alleen worden opgevangen in de winteropvang, als het echt heel erg koud wordt”, zegt Wiegman.

Volgens het CBS is het niet mogelijk om die mensen mee te rekenen. “Zowel jongeren als ongedocumenteerde mensen komen niet voor in dergelijke registers” legt de hoofdsocioloog van het CBS uit. “Maar dat betekent niet dat die er dus niet zijn.”

Andere rekenmethode

Valente pleit voor een andere rekenmethode. Directeur Wiegman: “Wij vinden dat er letterlijk geteld moet gaat worden.” Ze wijst op een proef die op dit moment aan de gang is, waarbij mensen en organisaties in contact zijn met mensen die in leefsituaties van dak- en thuisloosheid verkeren, teldagen houden en vragenlijsten invullen. “Niet alleen kun je dan de groepen meerekenen die nu niet worden meegeteld, je hebt ook een duidelijkere momentopname van het aantal daklozen.”

Volgens het CBS is die methode niet alleen arbeidsintensief, maar ook foutengevoelig. Het wijst erop dat de huidige methode al jarenlang betrouwbare data oplevert. “Desondanks kan het een aanvulling zijn op onze onderzoeken. Een pré is dat die mensen ook direct contact hebben met de mensen zelf en hulp kunnen bieden.”

Van Ooijen: moment om door te pakken

Demissionair staatssecretaris Van Ooijen noemt de door het CBS geconstateerde daling een eerste stap in de goede richting. Het kabinet streeft ernaar dat er in 2030 helemaal geen daklozen meer zijn. Volgens Van Ooijen is nu het moment om door te pakken: “Ondanks deze daling toont het CBS dat er nog steeds een heel grote groep mensen in Nederland dakloos is. Elke dakloze is er één te veel.”

Van Ooijen wijst erop dat de problemen er sinds het begin van 2022 niet kleiner op zijn geworden: “Denk aan de oorlog in Oekraïne, de opvangcrisis, een hoge inflatie en nog steeds een oververhitte woningmarkt.”