Het was een politieke aardverschuiving: de PVV van Geert Wilders wint in 2023 de verkiezingen en schiet in de Tweede Kamer van 17 naar 37 zetels. Voor het eerst stapt de partij in een regeringscoalitie met VVD, NSC en BBB.

De partij heeft geen ledenstructuur en slechts één lid: Wilders. Sinds de oprichting in 2006 staat hij als leider onbetwist aan het roer. De partij heeft geen wetenschappelijk bureau, geen jongerenbeweging en organiseert geen openbare congressen.

Wel zijn er lokale fracties in een tiental gemeenten en in de Provinciale Staten. Ook in de Eerste Kamer is de partij vertegenwoordigd. Maar de fractie in de Tweede Kamer, onder leiding van Wilders, is waar alles om draait. Hoe functioneert zo’n fractie met een atypische structuur? Een fractie die nu in het centrum van de macht staat.

Nieuwsuur nam de afgelopen weken de PVV onder de loep. Hoe functioneren de Kamerleden? Wie bepalen het beleid? Hoe intensief is het contact met andere partijen? En hoe is de aansturing van de fractie?

Uit gesprekken blijkt dat Kamerleden onder een strakke interne regie opereren: de partijleiding bewaakt het politieke profiel van de partij streng. Dat heeft gevolgen voor de speelruimte die PVV-Kamerleden krijgen in hun parlementaire werk en omgang met de pers. Het doel? De kiezer moet begrijpen dat de PVV principieel is, ondanks dat dit kan botsen met de bestuurlijke realiteit waar niet altijd alles kan wat de PVV verlangt.

“Ken je de katholieke kerk een beetje?” We gaan richting het einde van ons onderzoek naar de PVV-fractie en een van onze gesprekspartners, een PVV-parlementariër, maakt een vergelijking: “Zo zou je de PVV ook kunnen zien, het heeft iets mystieks. En mystiek trekt aan, maar blijft ook geheimzinnig. Misschien wíllen wij geen uitleg geven over onze partij.” Verder dan dit komt het gesprek niet. Het blijkt zelfs een van de laatste gesprekken in ons onderzoek. De luiken bij de PVV gaan dicht.

We hebben dan al een groot aantal PVV’ers gesproken, zij het op anonieme basis. Kamerleden zijn angstig om te praten. “Als iemand mij ziet praten met jou of ik geef je een hand bij de lift, dan zal mijn naam rondgaan in de fractie”, verwoordt een PVV-Kamerlid het. “Dat is vast degene die nu met de pers praat!”

PVV-Kamerleden krijgen tijdens de laatste fractievergadering van 2024 van de partijleiding de instructie: “Jongens praten met de pers helpt ons niet.” Daarna beantwoorden PVV’ers amper nog appjes of telefoontjes. Gesprekken in het Kamergebouw kappen ze af. De informatie vanuit de PVV, die eerder nog wel op gang kwam, droogt op.

Voor dit onderzoek spraken we in totaal met zeventien PVV’ers van de Tweede Kamerfractie en haar ondersteuning. Een aantal van hen stond ons meerdere keren te woord. Zeven PVV’ers hadden “geen behoefte” aan een gesprek. Ook spraken we tientallen Kamerleden van de coalitie en oppositie over hun relatie en samenwerking met hun PVV-collega’s. Daaruit blijkt onder meer dat Geert Wilders is gemaand tot meer openheid.

Contact met de coalitiepartijen

Het is al avond als eind augustus de onderhandelingen over de begroting zijn geschorst. De leiders van PVV, VVD, NSC en BBB zijn bijeen op het ministerie van Financiën. Achteraf gaat het veelal over NSC-leider Pieter Omtzigt die zich daar overspannen zou hebben gedragen.

Maar er gebeurt ook iets anders: de coalitiegenoten spreken Wilders aan op de samenwerking met zijn partij. Met name over de onbereikbaarheid van PVV’ers. “We zeiden: ‘Geert, dit kan zo niet langer.'”

Een deel van de PVV-Kamerleden blijkt de maanden daarvoor beperkt, of soms slecht bereikbaar voor de andere fracties. Zo kan Nicolien van Vroonhoven, de nummer twee op de lijst van NSC, de eerste periode na de verkiezingen niet in contact komen met haar evenknie Fleur Agema.

De boodschap aan Wilders is duidelijk: als je de grootste coalitiepartij bent, brengt dat verantwoordelijkheden met zich mee. Je Kamerleden moeten bereikbaar zijn voor collega-politici. “De PVV zou het voortouw moeten nemen in de coalitie: initieer vergaderingen, organiseer contact voor een debat”, zo vertellen betrokkenen.

Het gesprek slaat aan bij Wilders, zien de coalitiepartijen. “Hij toonde begrip toen we uitlegden dat er op deze manier ongelukken kunnen gebeuren.” Het kabinet is dan twee maanden bezig.

Daarna verandert er wat, zo vertellen bronnen. Er is meer contact. De PVV organiseert vergaderingen met de rest van de coalitie. Schudt de partij het het oude ‘gesloten’ gedrag helemaal van zich af? “Absoluut niet”, zeggen meerdere Kamerleden van coalitiepartijen.

Er zijn weliswaar coalitie-appgroepjes: “Groen Rechts” van coalitie-Kamerleden met Klimaat in de portefeuille, “woordvoerders Defensie” en “finance coalitie”. Maar ook in die appgroepen is het contact met een aantal PVV-Kamerleden nog altijd zeer beperkt.

Alexander Kops is zo’n PVV’er die weinig actief is in contact met anderen. Hij heeft onder meer de portefeuille Klimaat & Energie. “Hij is nog van de oude PVV-stempel”, vertelt een betrokkene. “Als je zaken snel wilt afstemmen, kun je hem beter aanspreken als je hem tegenkomt in de gang.” Ook Raymond de Roon, met het dossier Buitenlandse Zaken, reageert summier. Via WhatsApp met smileys of een “duimpje omhoog”. “Sommige PVV’ers vinden het denk ik lastig om zich in deze nieuwe rol open op te stellen. Het past niet bij die partij”, stellen meerdere leden van de coalitie.

De fractie

Die geslotenheid van de partij was er niet altijd. Nadat de PVV in 2006 werd opgericht door Wilders, trok de partij mensen aan die ruimte kregen voor eigen initiatief. Oud-Kamerleden Hero Brinkman of Richard de Mos hadden ambitie en een idee over de invulling van hun Kamerlidmaatschap. Het was een periode waarin Wilders toestond dat zijn Kamerleden af en toe aanschoven bij talkshows.

In die tijd werd de PVV getroffen door een aantal affaires, en er vertrokken mensen. Er was gedoe over een brievenbusplasser, een ‘porno-baron’, een wapenbezitter, een kopstoot-uitdeler. En meerdere PVV’ers, zoals Hero Brinkman, Wim Kortenoeven en Louis Bontes, klaagden openlijk over het strakke leiderschap van Wilders en het gebrek aan openheid.

Het betekent niet het einde voor de partij of voor Wilders. Integendeel, de PVV blijft overeind en Wilders zorgt voor een nóg strakkere discipline. Hij verzamelt vertrouwelingen om zich heen. Soms waren er rond verkiezingen mensen die uit onvrede uit de partij stapten, maar van structurele openlijke onenigheid is amper sprake.

De PVV verandert in een bastion. Voor pers en andere buitenstaanders, maar ook in de meest letterlijke zin van het woord; Wilders is noodgedwongen de zwaarst beveiligde politicus van Nederland. Jarenlang zit hij met een groot deel van zijn fractie afgeschermd in een beveiligde gang van het Kamergebouw. Niemand kan daar zomaar heen.

Maar na de laatste verkiezingswinst in 2023 verandert er wat: Wilders zit weliswaar nog op een beveiligde gang, maar een handjevol PVV-Kamerleden vergezelt hem daar. Daaronder zijn vertrouwelingen die met Wilders het machtscentrum van de fractie vormen. De andere Kamerleden en beleidsmedewerkers zitten in eigen kantoortjes op gangen die wel makkelijk toegankelijk zijn voor andere Kamerleden en journalisten.

Jarenlang waren Fleur Agema en Martin Bosma belangrijke vertrouwelingen van Wilders. Maar toen zij minister werd en hij Kamervoorzitter, veranderde de leiding. Nu zijn de drie belangrijkste mensen onder Wilders: Léon de Jong, Edgar Mulder en Teun van Dijck.

Zij eisen loyaliteit van de andere Kamerleden. Praten met de pers over je eigen portefeuille is mogelijk, maar afstand houden is beter. Telkens horen we uiteenlopende redenen waarom Kamerleden “nu even niet” mogen praten: vanwege de onderwijsbegroting waarover onderhandeld wordt, vanwege het aanstaande kerstreces, of “het ligt allemaal zo gevoelig”.

Een aantal PVV’ers zegt dat het er in de fractie “best democratisch” aan toegaat. De fractie heeft volgens hen structuur en er is overleg. Zo wordt er ook gestemd tijdens fractievergaderingen. Wilders blijft, als het erop aankomt, onmiskenbaar degene die aan de touwtjes trekt. Maar een paar PVV’ers zeggen ook: “Heus niet alles wordt door hem bepaald.”

Wat is de wekelijkse werkpraktijk van de fractie? Betrokkenen vertellen dat een Kamerlid elke vrijdag zijn of haar inbreng voor een debat in de zogeheten “weekendpost” stopt. Moties, amendementen, voorstellen of voorgenomen inbreng voor een debat. Deze post gaat naar alle 37 Kamerleden. De dinsdag erop vergadert de fractie. Telefoons mogen dan niet mee naar binnen, vertellen PVV’ers, uit angst dat telefoons worden afgeluisterd. Iets wat bij andere fracties wel mag.

Ideologische discussies over de koers van de PVV vinden tijdens die vergadering niet plaats. Laat staan dat er onderlinge onenigheid is, verklaren meerdere bronnen. “We zijn het gewoonweg snel eens”, zegt een Kamerlid. Is er binnen de fractie een fundamenteel debat over de politieke strategie van de PVV? “Dat is niet aan mij, dat is aan Geert”, zeggen verschillende PVV’ers.

Ook al bestaat de fractie uit 37 leden, de vergadering op dinsdag duurt vaak niet langer dan een uur. “En dat is lang”, zegt een betrokkene. “Voorheen duurde het niet langer dan 20 minuten.” Ter vergelijking: De BBB vergadert twee uur en NSC nog langer.

Volgens meerdere PVV’ers heeft Wilders de interne bedrijfsvoering van de PVV zo gestructureerd dat gevoeligheden uit de fractievergadering worden gefilterd. Er zijn verschillende subcommissies met hun eigen voorzitter, overigens een model dat meer partijen hanteren. Er is een commissie Milieu & Landbouw, maar ook een commissie Volksgezondheid, een commissie Onderwijs & Digitale Zaken en een commissie Financiën. Het is een structuur die lijkt op de interne bedrijfsvoering bij de VVD, de voormalige partij van Wilders.

De commissievoorzitters bespreken gevoelige kwesties voorafgaand aan het fractieberaad met Wilders. Loyale Kamerleden als René Claassen, Alexander Kops, Patrick van der Hoeff, Teun van Dijck en Raymond de Roon zijn voorzitter van een commissie.

Als een inbreng voor een debat is afgestemd, mag een Kamerlid daar niet van afwijken. Zeker bij Kamerleden die nieuw zijn, is er controle. Maar soms gaat het mis: afgelopen november hield PVV- Kamerlid Nico Uppelschoten zijn maidenspeech. Daarin legde hij uit dat zijn partij voorstander is van controles op weekendscholen, door bijvoorbeeld de Onderwijsinspectie.

SGP-fractievoorzitter Chris Stoffer, uitgesproken voorstander van christelijke weekendscholen, vroeg of Uppelschoten de indruk had dat er op grote schaal sprake is van problemen, verwijzend naar zijn achterban. “Problemen is een te groot woord”, antwoordde Uppelschoten. Maar het zou volgens hem wel goed zijn dat op dit type onderwijs controle is. “De inspectie heeft daar nu geen enkel zicht op.” Stoffer waarschuwde Uppelschoten meteen dat dit PVV-standpunt consequenties kan hebben voor de “constructieve houding” van de SGP.

Direct daarna maken PVV’ers Patrick van der Hoeff (hoofd subcommissie Onderwijs) en Edgar Mulder (vicefractievoorzitter) persoonlijk excuses aan de SGP-voorman. Het zou een te directe aanval op de achterban van de SGP zijn geweest. De partij is bovendien een belangrijke partner van de PVV, zeker in de Eerste Kamer. Uppelschoten wil er nu weinig over kwijt. “Ik wil niemand in moeilijkheden brengen, want ik heb de neiging om altijd een eerlijk antwoord te geven. Dat is in de politiek niet altijd even handig”, zegt hij.

Uppelschoten sprak zich voorheen als PVV-fractievoorzitter van de Provinciale Staten Drenthe wél vaak uit. Maar in het radioprogramma Cassata van RTV Drenthe, waar hij regelmatig te gast was, zei hij afgelopen november dat hij niet meer aan zal schuiven. “Ik wil zelf niks doen, of aanleiding geven dat er moeilijkheden ontstaan.”

De PVV en de pers

Gedurende het onderzoek wordt duidelijk hoezeer de PVV poogt de pers buiten de deur te houden. “Het helpt ons niet”, wordt Kamerleden verteld tijdens een fractievergadering. “De pers werkt zelden in ons voordeel”, zeggen meerdere bronnen. Als we bij een werkkamer aankloppen, legt een Kamerlid uit: “Alleen al door het feit dat jullie in mijn kamer staan, kan er straks een appje rondgaan met de vraag wie jullie waren en waar het gesprek over ging.”

Binnen de partij denkt een aantal ook anders over de pers: “Ik zie juist het voordeel van jullie. Burgers moeten ook begrijpen wat de partij doet.”

De PVV heeft slechts één persvoorlichter, een voormalig fractievoorzitter van Lelystad, zonder ervaring in woordvoering. Ter vergelijking: de VVD heeft er vijf, GroenLinks-PvdA zes. De PVV-woordvoerder kreeg bij zijn aantreden de strakke opdracht van Wilders om de pers “af te houden en onderhouden”. In de praktijk betekent dit dat hij voor journalisten nauwelijks bereikbaar is. De woordvoerder is ook afwezig bij fractievergaderingen.

Inperking portefeuilles

Meerdere Kamerleden wisselden het afgelopen jaar van portefeuille. Een aantal PVV’ers neemt als bewindspersoon plaats in het kabinet en hun dossiers gaan naar anderen. Maar bij een aantal Kamerleden perkt de partij de portefeuille juist in. Er zijn twijfels of ze het Kamerlidmaatschap wel aankunnen.

Zo begon Eric Esser op “Arbeidsmarkt en Sociale Zaken”, nu is hij verantwoordelijk voor de “Participatiewet”. Reinder Blaauw begon op “Hoger Onderwijs en Wetenschap”, maar krijgt gedurende het jaar “Herdenkingen, Oorlogsgetroffenen en Sport”. Vincent van den Born begon op “Pensioenen”, maar werd “PVV-liaison, een soort contactpersoon voor lokale PVV-fracties. Met lokale verkiezingen in aantocht kreeg Van den Born de taak om dit in goede banen te leiden. Inmiddels heeft Wilders ook die taak bij andere Kamerleden neergelegd, zo bevestigen meerdere PVV-Kamerleden.

De onderwerpen ECB, digitale euro, financiële markten en exportkredietverzekeringen zijn ook verdeeld onder een aantal Kamerleden. Het zijn onderwerpen die echter beperkt of helemaal niet terugkomen in het verkiezingsprogramma van de PVV. Hoe bepaalt de partij haar visie op deze portefeuilles? Kamerleden kijken op sociale media “wat mensen vinden”, daarnaast is de PVV “simpelweg voor minder Europa en minder regels”, zegt een PVV’er. Maar het belangrijkste uitgangspunt waar deze Kamerleden op terugvallen is het oude stemgedrag Teun van Dijck, het Kamerlid dat al jarenlang voor de PVV de portefeuille Financiën beheerde.

Het optreden in de Kamer

Intern is de PVV-fractie gesloten en strak georganiseerd. Een aantal Kamerleden valt op na aanvallen op de eigen bewindspersoon. Zo viel Willem Boutkan (PVV), met onder meer Milieu in zijn portefeuille, PVV-staatssecretaris Chris Jansen aan in een debat over regels voor gerecyclede bekertjes. “Ik kan er met mijn pet niet bij dat u willens en wetens een bedrijf kapot aan het maken bent”, zei hij tegen Jansen. Boutkan wilde voor bedrijven een vrijstelling voor de Europese recycle-verplichtingen, net als ziekenhuizen.

En hij is niet de enige. Ook René Claassen met de portefeuille Zorg, nam PVV-bewindspersoon Fleur Agema onder vuur. Tijdens de verkiezingscampagne deed Wilders de belofte dat het Zuyderland Ziekenhuis in Heerlen open zou blijven. Maar Agema komt als minister van Volksgezondheid tot de conclusie dat ze het ziekenhuis niet kan openhouden. Begrip van haar eigen partij krijgt ze niet. “Ik vraag de minister er hele grote druk op te zetten en spreekwoordelijk te zeggen: ik zet ze het mes op de keel”, zegt Claassen in debat met Agema.

Dit zijn niet zomaar extraparlementaire optredens maar doordachte strategische zetten, horen we binnen de partij. De aanval op Agema over het Zuyderland Ziekenhuis was belangrijk omdat “Limburg belangrijk is voor ons. Daar zitten veel PVV-kiezers. Dan moet je positie nemen voor je achterban.”

Dat geldt ook voor de andere Kamerleden die de eigen bewindspersoon onder vuur nemen. “We moeten blijven staan voor ons eigen PVV-verhaal.” De tactiek wordt intern afgestemd met Wilders, ‘chef-strategie’, aldus de bronnen.

Het gesloten karakter van de partij heeft tot gevolg dat het voor andere partijen soms moeizaam zakendoen is met de grootste fractie. Toch wordt de PVV niet als een onbetrouwbare coalitiepartner ervaren. Zeker als het gaat om het Hoofdlijnenakkoord, houdt de fractie zich aan de gemaakte afspraken. Sterker: de PVV is soms de hoeder van dat akkoord. “Ik kreeg laatst nog een telefoontje van vicefractievoorzitter Léon de Jong. Hij wees erop dat iemand uit de coalitie daarnet een voorstel deed dat niet strookte met het akkoord. Dat is wel typerend.”

Geld is in de politiek onbetwist de spil waar alles om draait: ambities en wensen moeten financieel gedekt zijn. Ook hierin lijkt de PVV gedisciplineerd. Kamerleden die ballonnetjes oplaten die geld kosten zijn er nauwelijks, extra uitgaven worden ook zelden door de PVV gesteund. Een bewuste lijn, vertelt een betrokkene, die aangeeft dat “zeker tot de Voorjaarsnota” de PVV de hand bewust op de knip houdt.

De kern van het kabinet was volgens de coalitie het extraparlementaire karakter. Met naast het Hoofdlijnenakkoord ruimte voor eigen initiatief. Maar de PVV lijkt die ruimte maar zelden op te eisen, zo valt Kamerleden van andere partijen op. Al nemen ze soms de eigen bewindspersonen onder vuur, andere parlementariërs krijgen niet altijd helder waar de PVV precies voor staat op verschillende terreinen. Zelfs niet als de PVV eerder wel een helder standpunt had over een bepaald onderwerp.

Over onderwerpen die niet in het verkiezingsprogramma of het Hoofdlijnenakkoord staan, buigt de PVV zich in debatten liever niet. “Mijn taakopvatting is het controleren van de minister. Die maakt het beleid. Ik controleer het kabinet”, legt een PVV-Kamerlid de gang van zaken uit. Met een invulling van dat beleid hoeft de PVV niet te komen, zo is de gedachte.

Hoe gaat de PVV-fractie om met het politieke handwerk? Bijvoorbeeld met voorstellen om wetten te wijzigen, amendementen. Sinds de verkiezingen heeft de PVV dertien amendementen ingediend. Alleen Forum voor Democratie, met drie Kamerzetels, diende er minder in:

Uit gesprekken blijkt dat andere partijen het niet altijd eenvoudig vinden om een amendement samen met een PVV-Kamerlid in te dienen. “Het duurde zo lang voordat ik iets terug hoorde, dat ik het voorstel zelf heb ingediend.” En: “Het plan was om samen een amendement in te dienen, maar toen het stil bleef, ging ik zelf aan de slag.”

Oppositie- en coalitiepartijen vragen PVV-Kamerleden met regelmaat om mee te tekenen voor moties die in het belang zijn van de PVV. Maar in de praktijk blijken PVV-Kamerleden deze vrijheid niet te hebben. Dat bevestigen de PVV’ers ook zelf. Ze zouden zich dan “onnodig committeren”. Het zou voor “gedoe” zorgen binnen de fractie. En iemand verwoordt het zo: “Ik vraag het al niet eens meer, want het is vaak zo’n gezeik. Dan moet je én naar Geert én naar de vicefractievoorzitters.” Uit cijfers blijkt dat de PVV in verhouding met andere partijen minder met moties meetekent (zie grafiek hieronder).

Uit appjes die Nieuwsuur inzag, blijkt ook dat PVV’ers eerst binnen de fractie moeten bespreken of ze vóór een motie mogen stemmen. Afstemming in een fractie is gebruikelijk, maar niet op dit detailniveau, blijkt uit een rondgang bij andere partijen. “Als mij dit zou gebeuren, zou ik gek worden”, zegt een lid van een coalitiepartij. Eén PVV-Kamerlid lijkt hierop een uitzondering: Dion Graus. Hij heeft met zijn portefeuille Dierenwelzijn een aparte status binnen de partij.

De PVV diende het afgelopen jaar in totaal 200 moties in. Dat zijn er minder dan in 2023 en in 2022 (zie grafiek hieronder). Tegelijkertijd werd wel 55 procent van de moties in 2024 aangenomen. Bijna drie keer zoveel als in de twee jaar ervoor. Van alle moties in 2024 waren er twaalf migratie-gerelateerd. Daarvan werden er twee aangenomen.

Bij het vooronderzoek dat plaatsvindt vóórdat de Kamer wetsvoorstellen in behandeling neemt – een arbeidsintensief en cruciaal onderdeel van het wetgevingsproces – is de PVV bij 40 procent van 131 wetsvoorstellen met een inbreng gekomen. Andere partijen, VVD, NSC en GroenLinks-PvdA, doen dat twee keer zo vaak. Ook kleinere fracties als BBB, CDA en CU hadden meer inbreng dan de PVV.

Hoe gaat het nu verder met de PVV-fractie in de Tweede Kamer?

Tot nu toe stuit de strakke lijn van de partij intern op weinig kritiek. Over het gebrek aan autonomie voor Kamerleden, het gebrek aan transparantie over de fractie en de inhoudelijke koers van de partij, zeggen PVV’ers: “Het is nou eenmaal zo.”

In dat licht is een oud krantenartikel uit 2004 nog opvallend. Het artikel gaat over Wilders, die op dat moment moet beslissen of hij uit de VVD zal stappen. Wilders zegt: “Ik laat mij niet de mond snoeren door de partij. Ik zal altijd blijven zeggen wat ik ergens van vind.”