Door overheidsfalen zijn levens van mensen vermorzeld, en dat kan morgen weer gebeuren als de overheid niet fundamenteel anders naar de grondrechten van mensen gaat kijken. Daarvoor waarschuwt de parlementaire enquêtecommissie Fraudebeleid die vorig jaar zo’n veertig (oud-)politici, ambtenaren, slachtoffers en andere betrokkenen verhoorde.

Fouten van mensen mogen niet meer als fraude behandeld worden en mensen moeten makkelijker met de overheid in contact komen, luiden aanbevelingen van de commissie. Want uit de gesprekken rijst volgens de commissie een beeld waarbij de overheid blind was voor “mens en recht”.

“Zowel kabinet als het parlement heeft gefaald, uitvoerende diensten hebben onrechtmatig gehandeld en de rechtspraak is tekortgeschoten. In een verhard politiek en maatschappelijk klimaat zijn grondrechten van mensen geschonden en is de rechtstaat terzijde geschoven. Daardoor zijn levens van mensen in de vernieling geraakt.”

Op meerdere plekken in overheidsdiensten werd nationaliteit als risicofactor in systemen geregistreerd. “Hiermee is het recht op gelijke behandeling geschonden.”

Patronen zijn volgens de commissie nog steeds aanwezig waardoor een volgend schandaal “zomaar weer kan gebeuren”.

Om dit te voorkomen zal de overheid “fundamenteel anders” naar mensen en de onderlinge verhoudingen in de rechtstaat moeten gaan kijken. Er moet meer aandacht komen voor het eerbiedigen van grondrechten en het waarborgen van de beginselen van de rechtsstaat.

Wat het volgens de commissie “des te erger maakt” is dat de aanbevelingen niet nieuw zijn, maar er te weinig gebeurde. “Veel is al eerder gezegd, opgeschreven of voor gewaarschuwd. Dat maakt het des te erger dat niet is ingegrepen.”

Dit zijn beelden van het aanbieden van het rapport:

Sommige fouten zitten al bijna twintig jaar in wet- en regelgeving. Daarmee is volgens de commissie een basis voor veel ellende gelegd. Het leidde er onder meer toe dat het onderscheid tussen bewuste fraude en het maken van fouten is verdwenen. Mensen die een foutje maakten, kregen het stempel fraudeur.

Vervolgens konden zij voor de bescherming van hun rechten niet rekenen op de wetgevende, uitvoerende en rechtsprekende macht. De uitvoerende macht had te weinig oog voor de gevolgen van besluiten voor mensen, en de rechtgevende macht negeerde de schrijnende gevallen.

Ook Kamerleden en journalisten faalden

Een combinatie van ondoordachte bezuinigingen, dwingende financiële kaders en perverse prikkels leidde tot een verharding van het fraudebeleid. De politiek maakte financiële keuzes maar dacht niet na over de gevolgen en liet dit over aan uitvoeringsinstanties.

De Tweede Kamer stemde in met kwalitatief slechte wetten en liet vervolgens na om fouten in wetten te herstellen. Volgens de commissie was er ook een wisselwerking tussen Kamerleden en journalisten waarin ze op dit onderwerp het slechtste in elkaar naar boven hebben gehaald. De commissie spreekt van een “aanjagende rol” in de verharding van het beleid.

De overheid moet dus volgens de commissie “fundamenteel anders” naar grondrechten van mensen gaan kijken. Concreet betekent dat bijvoorbeeld dat mensen weer makkelijker in contact moeten kunnen komen de overheid en recht hebben op persoonlijk contact.

Ook moet er er meer laagdrempelige toegang tot juridische bijstand zijn. En mensen mogen bij een fout niet als fraudeur worden bestempeld en behandeld.

‘Serieus oppakken’

Volgens de commissie moet er meer geld en middelen naar instellingen die daar zorg voor dragen. Zo zegt de commissie in zijn aanbevelingen onder meer dat het budget van de Autoriteit Persoonsgegevens (de toezichthouder die zich sterk maakt voor het recht op bescherming van persoonsgegevens) omhoog moet naar 100 miljoen. Ook moeten er ruimere ‘criteria’ komen voor de rechtsbijstand en meer middelen voor menselijk maat en contact bij overheidsinstanties.

De dubbele pet van de Raad van State als wetgevingsadviseur en hoogste bestuursrechter moet verdwijnen. De Raad van State moet enkel fungeren als adviesorgaan van de wetgever. Daarom moet bestuursrechtspraak worden ondergebracht bij de rechterlijke macht.

Ook de ondersteuning van Kamerleden moet worden uitgebreid. Op Kamerleden rust volgens de commissie een “zware verantwoordelijkheid” om de wetgevende en controlerende rol goed in te vullen. De commissie doet een dringende oproep aan Kamerleden om dit “serieus op te pakken”.