Veel politieke partijen zijn trots op de vlees- en zuivelsector, die vele miljarden bijdraagt aan de economie en voor bijna 200.000 mensen werk oplevert. Maar de meeste partijen zeggen ook dat de veestapel vanwege het milieu en zorgen over dierenwelzijn te groot is.
Dat blijkt uit de verkiezingsprogramma’s en de antwoorden die de partijen hebben gegeven op stellingen van de Kieswijzer.
Nederland is volgens het CBS de grootste vleesexporteur van Europa.
In Nederland zijn er in totaal 114 miljoen landbouwdieren.
De grote veestapel is een van de redenen dat er in Nederland te veel stikstof wordt uitgestoten. In tegenstelling tot de afgelopen Provinciale Statenverkiezingen gaan deze Tweede Kamerverkiezingen nauwelijks over stikstof. Maar ook een nieuw kabinet zal zich moeten buigen over het stikstofprobleem. Een van de meest aangedragen oplossingen is een krimp van de veestapel.
Onvermijdelijke krimp
De Partij voor de Dieren wil de veestapel in twee jaar met 75 procent laten krimpen en uiteindelijk helemaal stoppen met de vee-industrie. Andere partijen aan de linkerkant willen ook fors ingrijpen in de veestapel en af van de bio-industrie.
Als gevolg van de maatregelen die D66, GroenLinks/PvdA en Volt willen nemen, zou de omvang van de veestapel zeker zo’n 30 tot 35 procent dalen, berekende het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL). De partijen willen biologische boeren en boeren die natuur beheren stimuleren.
De BBB wil zo min mogelijk extra maatregelen en accepteert juist dat de landbouw gevolgen heeft voor de vrijheid en het natuurlijke gedrag van dieren. Lijsttrekker Van der Plas zegt ook dat de veestapel kleiner zal worden omdat veel oudere boeren geen opvolger hebben, maar ze wil daar geen beleid op voeren. Waar ze wel op wil inzetten is meer innovatieve technieken in de landbouw en minder milieuregels.
Richtgetallen
Van der Plas wil graag samenwerken met NSC. Maar op dit punt zijn de partijen het niet helemaal eens. De partij van Pieter Omtzigt is wel voor het verkleinen van de veestapel. Harm Holman, oud-melkveehouder en kandidaat voor NSC, sprak in een debat over 10 procent minder koeien en 25 procent minder varkens. De partij laat weten dat dit richtgetallen zijn en geen harde doelen.
En ook andere partijen zoals ChristenUnie, VVD en CDA denken dat het onvermijdelijk is dat de veestapel de komende jaren krimpt om de natuur te beschermen, maar zij noemen dat geen doel op zich.
De CU wil naar een meer extensieve landbouw, dus minder dieren op meer grond. Het PBL berekende dat dat leidt tot een krimp van 20 procent. Terwijl bij de VVD er nog wel plek is in Nederland voor intensieve landbouw, zolang er stappen worden gezet op het gebied van dierenwelzijn. Dit komt in de doorrekening neer op zo’n 10 procent krimp.
Ook partijen aan de rechterkant van de VVD zeggen dierenwelzijn belangrijk te vinden, bijvoorbeeld de PVV en JA21, maar benoemen niet of dit leidt tot regels in de landbouw. Al verzet de PVV zich wel tegen onverdoofd slachten. Dat is al verboden, maar er gelden uitzonderingen voor joodse en islamitische rituelen.