“Ik dacht: in wat voor aparte wereld ben ik nu beland? Deze manier van onderhandelen is totaal niet transparant”, zegt Marc Oudenhoven, die sinds maart Statenlid is in Noord-Brabant. De fractievoorzitter van Lokaal Brabant verbaast zich over de koehandel voor de Eerste Kamerverkiezingen, die morgen plaatsvinden. Drie landelijke partijen klopten al bij hem aan voor zijn stem. Ze hopen hun kans op een restzetel te vergroten.
Alle 572 nieuwe Statenleden mogen hun stem uitbrengen. Ze kiezen dan in hun eigen provinciehuizen de 75 leden van de nieuwe Eerste Kamer. Van het overgrote deel van die zetels is al duidelijk naar welke partij ze gaan, maar van acht restzetels is het dat allerminst. Partijen proberen de verdeling van die zetels nog te beïnvloeden.
De provinciale partij van Oudenhoven valt onder de landelijke paraplu van Onafhankelijke Politiek Nederland (OPNL), die de afgelopen vier jaar een senator leverde onder de oude naam OSF. De provinciale OPNL-leden hebben dit keer bij elkaar opgeteld meer dan genoeg stemmen voor een zetel, maar lang niet genoeg voor twee. Ze hebben dus stemmen ‘over’ en daar azen andere partijen op.
“Die verzoeken komen zowel van coalitie- als oppositiepartijen”, zegt Oudenhoven. “Hun mensen hier in de provincie worden als een soort verkenner naar voren gestuurd om te kijken of we afspraken kunnen maken over onze stemmen. Indirect komt zo’n vraag vanuit Den Haag.”
Ook Alfred Schoenmaker van Sterk Lokaal Drenthe verbaasde zich over de vragen van twee landelijke coalitiepartijen om op hun kandidaten te stemmen. “Ik vind dat hele handelen in stemmen pervers. Het is natuurlijk niet verboden, maar ik vind het ook niet netjes.”
Kaarten tegen de borst
Toch doen veel partijen eraan mee. Maar dat betekent niet dat alle acht de restzetels op het spel staan, legt Simon Otjes uit. De politicoloog van Universiteit Leiden ziet vooral twee kansen voor de coalitie. “ChristenUnie zit vrij dicht bij een extra zetel. Een partij met een vrij zekere restzetel, bijvoorbeeld D66, zou ze kunnen helpen.” Dat betekent dat een D66-statenlid op de ChristenUnie zou moeten stemmen. De eerste kandidaat om een restzetel te verliezen is dan SGP.
Of dit inderdaad het plan is van de coalitie, daarover houden partijen de kaarten tegen de borst. “Ik denk dat de coalitie elkaar altijd steunt”, wilde ChristenUnie-fractievoorzitter Tineke Huizinga erover kwijt tegen Nieuwsuur.
Nieuwsuur over de politieke koehandel om restzetels in de Eerste Kamer:
De coalitie kan ook een extra zetel bemachtigen door het CDA te helpen, zegt Otjes, die een spreadsheet heeft waarmee alle mogelijke verschuivingen kunnen worden becijferd. VVD heeft een “vrij zekere restzetel” en CDA heeft er geen. Een VVD’er in een provincie met genoeg stemgewicht zou op het CDA kunnen stemmen. BBB is na de SGP de volgende kandidaat om een restzetel te verliezen.
Niet elke stem van een Statenlid weegt even zwaar. Dat zit zo:
“Maar dit is wel een situatie waar de VVD risico kan lopen, als er te veel verschuift”, zegt Otjes. Want het is niet uitgesloten dat oppositiepartijen onderling ook afspraken maken om restzetels te verdedigen. JA21 heeft bijvoorbeeld stemmen ‘over’ en zou andere rechtse partijen te hulp kunnen schieten door strategisch te stemmen.
Dit is de puur rekenkundige werkelijkheid van de koehandel. In de praktijk spelen onderlinge verhoudingen, politieke inhoud en de gunfactor ook een rol.
Heeft bijvoorbeeld de eerdergenoemde D66’er wel zin om op de ChristenUnie te stemmen? De partijen zitten samen in een coalitie in de Tweede Kamer, maar een Statenlid kan natuurlijk principiële bezwaren hebben.