Er verandert de komende tijd weinig in de regels voor het houden van dieren. Het in 2021 aangenomen voorstel om dieren alleen nog op een manier te houden dat ze hun natuurlijk gedrag kunnen vertonen, gaat niet door. De doelstellingen worden afgezwakt of uitgesteld, zo heeft de Tweede Kamer besloten.
De wijziging van de Wet Dieren, die op 1 juli in moest gaan, was een initiatief van de Partij voor de Dieren. Het moest een einde maken aan de intensieve veehouderij. Demissionair minister Adema (Landbouw) maakte begin deze maand bekend dat hij grotendeels wilde afzien van de ingrijpende maatregelen, omdat die te grote investeringen vragen van veehouders. “Die stappen zetten we nu niet”, zei hij.
Ook vanuit de agrarische sector kwamen veel bezwaren tegen de nieuwe regels. Die zouden wel eens het einde van de hele veehouderij in Nederland kunnen betekenen, zo werd gezegd. De kosten voor het verbouwen van stallen om dieren meer ruimte te geven zouden de producten van Nederlandse boeren zo duur maken, dat ze zichzelf uit de markt zouden prijzen.
Nieuw voorstel
Vandaag stemde de Tweede Kamer over alle plannen die er nu liggen. Om haar voorstel te redden had PvdD-fractievoorzitter Ouwehand een nieuw voorstel ingediend, waarin de wetswijziging uit 2021 verder uitgewerkt werd. Volgens haar werd daarmee aan de belangrijkste bezwaren tegemoetgekomen.
Maar dat was een ruime meerderheid niet met haar eens. Na een hoofdelijke stemming bleken 99 Kamerleden tegen het voorstel van Ouwehand. Daaronder de VVD, NSC en bijna de hele PVV-fractie.
Partijleider Wilders gaf toe dat de kabinetsformatie een rol heeft gespeeld bij de afwegingen. “Je moet rekening houden met wie je straks aan tafel zit bij de onderhandelingen.” Hij heeft voor de stemming gebeld met de BBB over hun zorgen. “Die neem je serieus.”
Ouwehand was zeer verbolgen over de uitslag van de stemming. Ze wees erop dat het oorspronkelijke plan in 2021 door zowel de Tweede als de Eerste Kamer is aangenomen, maar nu dus wordt teruggedraaid. “De dieren worden voor de bus gegooid”, zei Ouwehand. “Maar we laten het er niet bij zitten.”
Ze kondigde aan dat ze haar voorstel nu gaat omzetten in een initiatiefwet, die later in de Kamer behandeld moet gaan worden. “Om voor eens en voor altijd een eind te maken aan hartverscheurende bio-industrie.”
Doel nu 2040
Een voorstel van D66 en VVD, dat iets verder gaat dan de plannen van Adema, haalde het wel. In dat voorstel wordt geregeld dat er “geen reden meer kan zijn om een dier pijn te doen, bij een dier letsel te veroorzaken, dan wel de gezondheid of het welzijn van het dier te benadelen”. Ook de PVV stemde voor dat plan, omdat het volgens die partij wel een verbetering van positie van dieren betekent.
Die doelen voor dierenwelzijn moeten in 2040 gehaald worden, staat in het aangenomen voorstel. De politiek kan samen met de sector afspreken hoe dat er precies uit gaat zien.