Het kabinet is zeer ontstemd over de manier waarop Israël een rapport heeft verspreid met beschuldigingen over de aanvallen op Israëlische voetbalsupporters en Joden in Amsterdam. Die boodschap is aan Israël overgebracht, laat minister Van Weel van Justitie en Veiligheid weten.
De “publieke aantijgingen” kunnen negatieve gevolgen hebben voor de personen en organisaties waar het over gaat en deze manier van openbaar maken “druist in tegen de principes van onze democratische rechtsorde”, staat in de Kamerbrief over de kwestie.
“Het gaat om beschuldigingen die mogelijk strafrechtelijke gevolgen hebben”, zei Van Weel na afloop van de ministerraad. “We willen dat soort informatie van bevriende landen wel ontvangen, maar dan via de officiële kanalen en niet via de media.” Het kabinet heeft nog geen conclusies getrokken over de juistheid van de beschuldigingen in het rapport.
Rapport naar aantal Kamerleden
Kort voor het Kamerdebat over de gewelddadigheden in Amsterdam stuurde het Israëlische ministerie van Diaspora en Bestrijding Antisemitisme een document getiteld Dutch-based organizations with ties to Hamas behind the November pogrom in Amsterdam naar een aantal Kamerleden.
Er worden zes Nederlandse pro-Palestina-organisaties in verband gebracht met de gewelddadigheden en banden met Hamas. De stichting Palestijnse Gemeenschap Nederland (PGNL) had volgens het rapport “een grote, aanjagende en organiserende rol”, staat verder in de brief van het kabinet. “Deze aantijgingen, noch een onderbouwing ervan, zijn via de formele kanalen met de Nederlandse autoriteiten gedeeld.”
Het kabinet heeft de Israëlische regering duidelijk gemaakt dat dit een ongewenste manier is. “Dit willen we niet meer zo zien”, zegt Van Weel. De beschuldigingen in het rapport worden onderzocht.