Het kabinet is het eens geworden over een “ambitieus, rechtvaardig en uitvoerbaar” klimaatpakket. De plannen leveren een extra reductie op van 22 megaton aan CO2-uitstoot in 2030. Daarmee zou het doel om in 2030 minstens 55 procent minder koolstofdioxide (broeikasgassen) uit te stoten dan in 1990, ruimschoots gehaald kunnen worden. De coalitiepartijen hopen zelfs dat hiermee 60 procent wordt gehaald.
Klimaatminister Rob Jetten heeft het pakket met in totaal 120 klimaatmaatregelen gepresenteerd. Er is 28 miljard euro mee gemoeid. Daarmee is het grootste deel van het klimaatfonds met 35 miljard euro nu toegekend. Een deel van het geld was al ‘uitgegeven’.
Alleen de 4,7 miljard voor de ontwikkeling van kernenergie is nog over. Het kabinet wilde al dat er twee nieuwe kerncentrales bij komen, maar daar is nog geen besluit over genomen. In het klimaatplan is nu opgenomen dat het kabinet zich ook gaat inzetten voor de bouw van kleinere kernreactoren. Daar is 65 miljoen voor gereserveerd. Dat geld gaat naar provincies die wel zo’n reactor willen bouwen.
Het is de bedoeling om “de lusten en lasten” zoveel mogelijk te verdelen. “Het kabinet vindt het cruciaal dat het klimaatbeleid voor iedereen gaat werken, ongeacht woonplaats, leeftijd of inkomen”, stelt Jetten. “In het bijzonder ook voor mensen die vanwege geldzorgen, beperkte tijd of minder digitale vaardigheden nu nog minder goed kunnen meekomen.”
De maatregelen zijn vooral gericht op een reductie van de CO2-uitstoot in de industrie, de mobiliteit en bij de elektriciteitsopwekking. De doelstelling voor de elektriciteitssector is verscherpt: die moet in 2035 al CO2-vrij zijn. In de industrie wil het kabinet in 2030 nog eens 5 megaton extra reduceren, waardoor het totaal voor deze sector op 20 procent uitkomt.
In de besprekingen over de klimaatplannen was vooral het thema mobiliteit een heikel punt, omdat de VVD daarover andere opvattingen had dan de coalitiegenoten. Vannacht is er toch een compromis gevonden, waarmee de partij van Rutte akkoord gaat. Afgesproken is dat de mobiliteit verantwoordelijk is voor een totale reductie van 1,8 megaton.
Benzine paar cent per liter duurder
De omstreden bijmengverplichting van benzine met biobrandstof is behoorlijk versoepeld. Ambtenaren adviseerden om 50 petajoules bij te mengen, het kabinet maakt daar nu 20 van. De prijs van benzine zal hierdoor over een jaar een paar cent per liter duurder worden.
Verder wordt er 600 miljoen gereserveerd voor de subsidie voor de aanschaf van tweedehands elektrische auto’s. Om dat te betalen gaat de vaste voet in de BPM, de aanschafbelasting voor auto’s, met 200 euro omhoog. Daar komt nog eens 90 miljoen bovenop voor een uitbreiding van het laadpalennetwerk.
Een plan om leasebedrijven te verplichten om vanaf 2025 alleen met elektrische auto’s te werken, gaat niet door. In plaats daarvan worden werkgevers gedwongen om hun personeel ‘groener’ te laten rijden. In het zakelijk verkeer moet 0,5 megaton reductie worden bereikt door het stimuleren van elektrisch rijden, het gebruik van openbaar vervoer en thuiswerken.
Laagdrempelig
Jetten legde uit dat de klimaatplannen van het kabinet een combinatie zijn van normeren, beprijzen en stimuleren. De 28 miljard euro wordt vooral gebruikt om iedereen mee te krijgen in de transitie.
Er komen loketten waar burgers en bedrijven “zo laagdrempelig mogelijk” subsidies kunnen aanvragen voor bijvoorbeeld isolatie en verduurzaming.
Hij benadrukte dat het onvermijdelijk is dat landschap in Nederland verandert, omdat er meer windmolens en zonneparken zullen komen. Bij die zonneparken wordt het ook verplicht om grote batterijen te bouwen om de elektriciteit op te slaan voor tijden met bewolkt weer. Die nieuwe bouwwerken zullen zo veel mogelijk ingepast worden in het landschap, beloofde de minister.
Jetten erkende dat het hele proces “spannend” zal zijn en dat het soms weerstand zal oproepen. “Het zal af en toe knellen en het zal mensen soms onzeker maken.” Toch is het volgens hem nu het moment om het klimaatbeleid te versnellen. “De tijd van vrijblijvendheid is voorbij.”