Het kabinet heeft een lijstje met opties om de btw te verhogen voorgelegd aan de Tweede Kamer. De fracties moeten daar een keuze uit zien te maken die door een meerderheid wordt gesteund. Lukt dat niet, dan gaat alsnog de btw op kunst, media en cultuur omhoog.
Staatssecretaris Van Oostenbruggen van Financiën heeft de afgelopen week “intensief” contact gehad met de verschillende partijen om de voorkeuren in kaart te brengen. Hij zei niet te snappen hoe afgelopen week in de media terecht is gekomen dat het kabinet de btw wil verhogen naar 21,4 procent. Dat bericht klopt niet, stelt Van Oostenbruggen.
Wat volgens hem wel klopt is dat hij een lijstje mogelijkheden heeft opgesteld. Op het lijstje staat als eerste het ‘nulscenario’. Mocht de Tweede Kamer geen akkoord bereiken, dan gaat de btw op theaters, musea en sportscholen alsnog naar 21 procent, zoals in de oorspronkelijke plannen van het kabinet stond. Ingangsdatum 1 januari 2026.
Dagelijkse boodschappen
Een andere mogelijkheid is om bepaalde sectoren en producten uit het lage tarief van 9 of 0 procent te halen en onder het algemene tarief van 21 procent te laten vallen. Zo’n maatregel raakt specifieke ondernemers en klanten dan wel flink in hun portemonnee. Ook kan ervoor gekozen worden het verlaagde tarief van 9 procent voor alle sectoren die daar onder vallen te verhogen.
In dat geval worden ook de dagelijkse boodschappen duurder. Voordeel van deze maatregel is dat het lage en hoge tarief “naar elkaar toe groeien” zodat de soms moeilijk uit te leggen grote verschillen kleiner worden.
Weer een andere optie is verhoging van het algemene tarief van 21 procent. Hoe hoog dat nieuwe tarief dan moet worden, zegt Van Oostenbruggen niet in zijn brief aan de Kamer. Maar wat de Kamer ook bedenkt, de bezuiniging moet in 2026 1,2 miljard euro opbrengen. Dat is wat het laag houden van de btw op kunst, media en cultuur kost.
Alles in zelfde tarief
Van Oostenbruggen wijst ook op de mogelijkheid van een simpeler btw-heffing door alles in hetzelfde tarief te belasten, behalve voeding en medicijnen. Daar zou naartoe gewerkt kunnen worden zodat een uniform tarief in 2027 kan ingaan.
“Als de belastingen een tikje omhoog gaan krijg je zelden applaus”, zegt Van Oostenbruggen. “Alles ligt gevoelig. Maar de Kamer heeft zelf in een breed aangenomen motie gezegd dat het alternatief in een nieuwe btw-maatregel gevonden moet worden.” Komende week wordt duidelijk welke kant het op gaat.