De Nederlandse regering is achter de schermen al weken naarstig op zoek naar oplossingen die moeten voorkomen dat de Amerikaanse sancties tegen het Internationaal Strafhof (ICC) het instituut plat zullen leggen. De ministeries van Buitenlandse Zaken en Financiën zijn onder meer met Nederlandse banken in gesprek. De vraag is óf – en onder welke voorwaarden – zij transacties kunnen blijven uitvoeren voor het Strafhof.

Beide ministeries bevestigen de gesprekken na vragen van Nieuwsuur. In Den Haag en bij financiële instellingen leven zorgen over de reikwijdte van de Amerikaanse sancties. Banken moeten zich in principe houden aan de sancties en vrezen Amerikaanse repercussies als ze dat niet doen.

Als banken hun diensten voor het Strafhof opschorten, uit angst in strijd te handelen met de Amerikaanse sancties, zou dat de dagelijkse activiteiten van het Hof ernstig hinderen. Afhankelijk van hoe streng banken de sancties uitleggen, zouden alle financiële transacties van het Hof opgeschort kunnen worden.

Garanties

Binnen het Strafhof zelf leven daar al langer grote zorgen over. Twee weken geleden berichtte persbureau Reuters al dat het Hof de salarissen van medewerkers drie maanden vooruit heeft betaald, om te voorkomen dat er een acuut probleem zou ontstaan.

Hoewel de ministeries en de banken al een tijdlang in gesprek zijn, is een definitieve oplossing volgens bronnen nog niet bereikt. De banken zouden verregaande garanties vragen om het Hof als klant te kunnen houden.

Zo eisen ze dat de Europese Unie via het zogeheten ‘blokkeringsstatuut’ juridische bescherming biedt tegen de Amerikaanse sancties. Dat statuut bepaalt dat Europese bedrijven niet hoeven te voldoen aan de Amerikaanse sancties, en dat zij eventuele schade zouden kunnen verhalen.

De Europese Unie activeerde het blokkeringsstatuut eerder in 2018. Toen trokken de Verenigde Staten zich terug uit een atoomdeal met Iran en legde het land sancties op, terwijl de Europese Unie zich wel aan de afspraken met Iran bleef houden.

Blokkeringsstatuut

Daarnaast zijn er gesprekken over het vergoeden van eventuele verliezen van banken door de Nederlandse staat. Verliezen die ze in de Verenigde Staten lijden als gevolg van het niet voldoen aan de sancties. Om hoeveel geld dat precies gaat, is niet duidelijk.

Minister David van Weel van Justitie liet gisteren na afloop van de ministerraad weten dat “Nederland te klein is” voor dergelijke garanties. “Daar moeten we het op Europees niveau over hebben”, aldus Van Weel.

Eerder riep de Tweede Kamer minister van Buitenlandse Zaken Caspar Veldkamp al via een motie op in Europa te pleiten voor het activeren van het blokkeringsstatuut. Een woordvoerder geeft aan dat het kabinet daar uitvoering aan heeft gegeven tijdens de meest recente Raad Buitenlandse Zaken, verantwoordelijk voor het externe optreden van de Europese Unie.

‘Sterke reputatie’

Opvallend is dat coalitiepartijen PVV en BBB tegen de motie stemden, terwijl VVD en NSC juist voor waren. Minister Veldkamp (NSC) liet eerder duidelijk blijken dat Nederland als gastland specifieke verplichtingen heeft om het functioneren van het Strafhof te faciliteren. In het regeerprogramma is dat ook opgenomen: “Nederland heeft een sterke reputatie en verantwoordelijkheid als gastland van de belangrijke internationaalrechtelijke instituten die in Den Haag gevestigd zijn.”

PVV-leider Geert Wilders liet vandaag via X juist weten: “Kan dat Internationale Strafhof niet naar België of zo worden verplaatst? Nooit begrepen wat we er aan hebben dat die club hier gezeteld is.”