Minister van Financiën en vice-premier Sigrid Kaag gaf sinds de val van het kabinet nog geen enkel persoonlijk interview. Politiek verslaggever Wilma Borgman sprak met haar in Met het oog op morgen over de sfeer en de samenwerking binnen het kabinet en over haar teleurstellingen.
De formatie van Rutte IV was met negen maanden de langste formatie ooit na de Tweede Wereldoorlog. Het duurde te lang, vindt Kaag. “Ik denk dat er ook een metaalmoeheid was tussen en binnen de partijen vanuit het vorige kabinet Rutte III.”
Het kabinet werd volgens Kaag niet onder onder een gunstig gesternte geboren. “Het had te lang geduurd, het was heel moeilijk en eigenlijk waren we al bijna moe en bijna uitgeput voordat we aan het kabinet begonnen. En toen kwam natuurlijk de oorlog in Oekraïne heel snel eroverheen. Torenhoge inflatie, veel grote problemen…”
Een duidelijke tegenstem
Toch heeft het kabinet in korte tijd veel kunnen doen, vindt Kaag. “Alleen het is nooit echt voor het voetlicht gekomen.” Ze wijst op maatregelen met betrekking tot het klimaat, onderwijs en koopkracht. “Het is er allemaal wel, maar in de beleving van veel mensen is het niet zo overgekomen.”
Bij de provinciale Statenverkiezingen van maart dit jaar kwam BBB als grote overwinnaar uit de bus. Een duidelijke tegenstem tegen het kabinet, zegt Kaag. “Dat is dan niet fijn voor een zittende coalitie, maar je moet je ertoe verhouden. Tegelijkertijd hebben wij heel bewust keuzes gemaakt. Als het gaat om stikstof, om de aanpak van klimaatverandering. Dat moet je ook durven uitdragen.”
Vertrouwen zwaar onder druk
Het kabinet bleek verdeeld. CDA-leider Wopke Hoekstra zette de verhoudingen op scherp door in een interview te verklaren dat het halen van de stikstofdoelen in 2030 wat hem betreft niet heilig was. Dat leidde volgens Kaag tot grote verwarring. Daarnaast waren er tegenstrijdige verklaringen over ‘het drukken op de pauzeknop’ of juist versnelling van de maatregelen. Het vertrouwen binnen de coalitie kwam hierdoor zwaar onder druk te staan, zegt Kaag.
“Het goede proces is dat we het binnenskamers met elkaar bespreken. Daarna kun je altijd nog weer buitenkamers dingen zeggen. We zagen dat de coalitie onder druk werd gezet door een van de topmensen uit die coalitie. Een coalitie waarbinnen de sfeer was: het is maar afwachten hoe lang deze club het volhoudt.”
Zware periode
Het kabinet viel uiteindelijk afgelopen zomer op het asieldossier. Dat had niet gehoeven, vindt Kaag. “We hadden er best uit kunnen komen, want dan is het op een gegeven moment een kwestie van politieke wil of dat nog lukt. Wat ons betreft was de val niet nodig, juist omdat iedereen veel water bij de wijn had gedaan om tot een stevig pakket te komen.”
Op het persoonlijke vlak was het kabinet Rutte IV voor Kaag vooral een periode van intensief samenwerken, “soms tegen de klippen op”. Voor haar gezin was het een zware periode, denkt ze. Maar zelf is ze ook teleurgesteld.
“Toen ik terugkwam in Nederland had ik nooit verwacht dat demonisering en dehumanisering aan de orde van de dag zijn in de politiek.”
Verruwing
Het heeft volgens Kaag te maken met “een verruwing, een gebrek aan tolerantie, maar ook met de medemens niet als mens zien, tenzij het je uitkomt. En dat is de nagel aan de kist van een tolerante inclusieve samenleving.”
Kaag wil graag weer in het buitenland gaan werken, maar eerst even een tijdje ‘zweven’. “Ik kijk uit naar een andere vorm van vrijheid, ik kijk uit naar met een nieuwe passie, naar het vervullen van andere rollen.”
Het belangrijkste voor Kaag zijn haar kinderen. “Of zij kunnen floreren en hun weg kunnen vinden. Dat vind ik als moeder heel belangrijk. En daarna kijken wat ik nog kan bijdragen aan een betere wereld.”