De politie heeft demonstranten van actiegroep Kick Out Zwarte Piet en waarnemers van Amnesty International vorig jaar niet goed beschermd tegen relschoppers. De demonstranten waren onderweg naar Staphorst voor een protest bij de Sinterklaasintocht op 19 november, toen ze werden belaagd door mensen die de betoging wilden voorkomen. De politie was onvoldoende voorbereid en de demonstratie werd op het laatste moment verboden.

De politie had moeten ingrijpen en de demonstranten en waarnemers beter moeten beschermen, stelt de Inspectie Justitie en Veiligheid na onderzoek. Al tijdens de voorbereiding schatte de politie de ernst van de risico’s verkeerd in.

Demonstranten bedreigd

Kick Out Zwarte Piet (KOZP) wilde demonstreren omdat er Zwarte Pieten meeliepen bij de intocht in Staphorst. Bij de afrit op de A28 werden twee busjes met demonstranten tegengehouden en belaagd door tientallen mannen. Een deel van hen was zwart geschminkt en had een zwartepietenpak aan.

“Er werd met eieren gegooid, vreedzame demonstranten en hun voertuigen werden overgoten met brandstof en bekogeld met fakkels en vuurwerk”, liet KOZP later weten in een persverklaring. “Het is duidelijk dat dit extreem gevaarlijke situaties heeft opgeleverd die nog veel slechter hadden kunnen aflopen.”

Ook waarnemers van Amnesty International die de demonstratie wilden monitoren, werden belaagd. De burgemeester verbood daarop de demonstratie. Het Openbaar Ministerie besloot in juni om vier relschoppers te vervolgen voor openlijk geweld op de A28.

Voorbereiding onvoldoende

De inspectie concludeert dat het in de voorbereiding al misging. De politie onderkende de risico’s van de demonstratie, zoals wegblokkades door relschoppers, maar werkte niet goed uit hoe daartegen moest worden opgetreden. De ernst van de risico’s werd onderschat.

Dat erkende de gemeente ook na onderzoek dat ze zelf liet uitvoeren. Daaruit bleek dat de gemeente “aan blinde vlekken leed” bij de voorbereiding van de intocht en de aangekondigde demonstratie van KOZP. “We hadden het vertrouwen dat het goed zou gaan, maar dat was te naïef. We hebben het onderschat”, zei de burgemeester.

Cruciaal

De inspectie noemt twee cruciale aspecten die hebben bijgedragen aan de ontstane situatie: de keuze om niet op te treden tegen de tegenacties, maar eromheen te werken en de aanname dat de dag volgens plan zou verlopen.

Toen alles anders liep, was de politie niet in staat effectief in te grijpen, zegt de inspectie. Het ging al mis met het vervoer van de demonstranten naar Staphorst. Die kregen van de politie geen routekaartjes, wat wel de bedoeling was.

Verder was er geen zichtbare politiebegeleiding, maar reden er onopvallende politieauto’s mee, die ook voor de demonstranten niet als politie herkenbaar waren. Daardoor raakte een deel van de voertuigen uit de colonne en was er veel te weinig politie bij toen ze op de afrit werden bekogeld en hun auto’s werden vernield. De ME kon daar vervolgens niet snel komen door een wegblokkade.

Situatie dreigend, politie vertrekt

Daarop besloot de politie om de colonne demonstranten die nog onderweg was te laten stoppen bij een tankstation op de A28 bij Meppel. De relschoppers wisten hen daar snel te vinden. Politieagenten droegen de demonstranten daarom op weer weg te gaan en vertrokken zelf inderhaast, omdat ze de situatie te dreigend vonden.

Relschoppers reden toen op de parkeerplaats de bus van KOZP klem. De bus wist weg te komen, terwijl de politie op afstand stond en niet ingreep. Dat had wel moeten gebeuren, zegt de inspectie. De politie had de demonstranten moeten beschermen.

Staphorst staat niet op zichzelf

De inspectie wil met dit rapport het belang van goede voorbereiding door de politie benadrukken. Het advies is dan ook om meer aandacht te geven aan het beschermen van demonstranten als het risico op confrontaties groot is en vooraf duidelijke afspraken te maken met de organisatie van een betoging. En er moeten beter uitgewerkte plannen liggen waarin staat hoe agenten moeten reageren.

Volgens de inspectie neemt het aantal demonstraties toe en roepen die steeds vaker reacties op van tegenstanders. Daarom wordt de komende twee jaar onderzocht hoe de politie moet reageren bij demonstraties en wat er nodig is om de politie daarop goed toe te rusten.

Lering uit trekken

In een reactie laat de politie weten de conclusies van de Inspectie Veiligheid en Justitie te onderschrijven en er landelijk lering uit te willen trekken. Er zijn na de gebeurtenissen van november vorig jaar gesprekken geweest met Kick Out Zwarte Piet en Amnesty International en er zijn excuses aangeboden.

De gesprekken worden naar aanleiding van dit rapport voortgezet. Het afgelopen jaar is de politie ook begonnen met trainingen over demonstraties.

Vaste aanspreekpunten

Ook demissionair minister Yesilgöz van Justitie vindt dat de politie meer had moeten doen om te voorkomen dat de relschoppers hun doel bereikten. In een brief aan de Tweede Kamer erkent ze ook dat de politie de risico’s vooraf beter in kaart had moeten brengen. Maar ze voegt eraan toe “dat niet van de politie kan en mag worden verwacht om voorafgaand aan een demonstratie alle mogelijke situaties te beschrijven”.

Over de aanbeveling dat de politie beter moet communiceren met betogers, schrijft Yesilgöz dat dit een wisselwerking is tussen de lokale driehoek en de organisatoren van de demonstratie. “Ook in dit geval is dit gebeurd. Vaste aanspreekpunten zouden hierbij helpend zijn.” De minister vindt ook dat de politie niet altijd bij elke demonstratie alle informatie met de betogers kan bespreken.