PVV-leider Wilders droeg na Ronald Plasterk opnieuw een PvdA’er voor om informateur te worden. Blijkbaar is voor Wilders de politieke kleur van de informateur minder belangrijk dan de verwachting dat deze persoon de partijen die een rechts kabinet willen dichter bij elkaar kan brengen.
Putters (50) is voorzitter van de Sociaal-Economische Raad (SER), maar de meeste mensen kennen hem als de man die van 2013 tot 2022 het gezicht van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) was. Het SCP onderzoekt hoe Nederland er op sociaal en cultureel gebied voor staat en adviseert het kabinet, de Eerste en Tweede Kamer, ministeries en andere overheden. De leefsituatie en kwaliteit van leven van de burgers en het effect dat het overheidsbeleid daarop heeft, staat daarin centraal.
In zijn laatste vijf jaar als SCP-directeur was hij ook al lid van de SER. Daarnaast bekleedde hij allerlei andere functies. Zo zat hij tien jaar lang voor de PvdA in de Eerste Kamer en was hij columnist voor Het Financieele Dagblad. Dat alles droeg eraan bij dat hij in 2019 op de eerste plaats eindigde in de Volkskrant Top 200 van invloedrijkste Nederlanders.
Dat hij die lijst nog eens zou aanvoeren, was niet vanzelfsprekend, schreef de krant. Putters komt uit een binnenschippersfamilie, maar koos voor de universiteit en een bestuurlijke loopbaan. Al die jaren, en zeker bij het SCP, had hij oog voor het lot van de gewone burger. Hij verkeerde in de hoogste kringen, maar rekende ook automonteurs en leraren tot zijn vriendenkring. “Ik kom uit een dorp en uit een familie van niet-hoogopgeleiden”, zei hij in Intermediair.
Burgers centraal
Die gewone burger stond centraal in zijn tijd bij het SCP. “Ons onderzoek begint eigenlijk nooit bij het beleid, maar bij kwesties in de samenleving, bij wat mensen bezighoudt. Die rol is misschien wel belangrijker dan ooit, nu het mensbeeld van de overheid ter discussie staat”, zei hij tegen NRC.
“Los de echte problemen van de mensen op”, zei Putters bij zijn vertrek bij het SCP tegen de politiek, “zodat ze er ook echt weer vertrouwen in kunnen hebben dat de overheid er ook voor hen is”:
Putters nam het op voor mensen die vastliepen in de raderen van de overheid, zoals de slachtoffers van de Toeslagenaffaire. Hij keerde zich tegen het idee van de zelfredzaamheid van burgers, waar achtereenvolgende kabinetten van uitgingen.
“Eenzame, hulpbehoevende ouderen, jongeren met complexe problematiek, mensen met een beperking lopen vast”, zei hij in 2021 in een lezing. “Dan helpen kleine aanpassingen niet. Er is voor hen een andere overheid nodig. Een meer inlevende.”
Putters adviseerde niet alleen de overheid, hij richtte zich ook geregeld rechtstreeks tot de burger. Zo pleitte hij in 2020 in een opiniestuk in de Volkskrant voor een nieuw sociaal contract tussen ‘de elite’ en ‘de rest’. Dat zou een basis moeten bieden voor economische, ecologische en maatschappelijke vooruitgang, en tegelijkertijd een sociale basis waardoor niemand buiten de boot hoeft te vallen.
In die zin is de keus voor Putters een logische. NSC-leider Omtzigt pleit als geen ander voor een andere overheid en PVV-leider Wilders profileert zich bij uitstek als een politicus die opkomt voor de gewone Nederlander, al rekent hij moslims daar niet onder. Met zijn keus voor Putters probeert hij Omzigt mogelijk te verleiden terug te keren naar de onderhandelingstafel.