Voordat de formatie écht kan starten, moeten PVV, VVD, NSC en BBB het volgens informateur Ronald Plasterk eerst hebben over de grondwet, de grondrechten en de democratische rechtsstaat. Met name NSC heeft veel bezwaren tegen standpunten van de PVV, zoals het sluiten van moskeeën en islamitische scholen en het verbieden van de koran.
Hoogleraar recht en politiek John Morijn (Rijksuniversiteit Groningen) en hoogleraar staats- en bestuursrecht Wim Voermans (Universiteit Leiden) delen die zorgen. Ze zien flink wat punten in het programma van de PVV die indruisen tegen de rechtsstaat en de grondwet. Wees daar niet naïef over, waarschuwen ze, al verwachten ze niet dat de meest radicale plannen realiteit worden.
Dat er überhaupt gepraat moet worden over de grondwet, noemt Voermans “uniek en bijzonder” en “eigenlijk wel gek”. In 2010 wilde de PVV ook meedoen met het kabinet, maar toen was al snel duidelijk dat de partij niet als volwaardige coalitiepartner mee zou praten. “Partijen met plannen die in strijd zijn met de grondwet hebben nog nooit meegepraat over regeringsvorming.”
Voermans analyseerde het verkiezingsprogramma van de PVV van dit jaar en zag twintig “mogelijke problemen met de rechtsstaat”. Sommige punten, zoals een moskeeverbod en een verbod op het dragen van een hoofddoek in publieke ruimten, maken direct inbreuk op de vrijheid van godsdienst in de grondwet, zegt hij.
‘Gevaarlijke signalen’
In het debat over de verkiezingsuitslag zei Wilders bereid te zijn “om voorstellen aan te passen of in te trekken die in strijd zijn met de democratische rechtsstaat of de grondwet”. Hij zei er te willen zijn voor “alle Nederlanders” als hij gaat deelnemen aan een kabinet.
Hiermee suggereert Wilders dat zijn plannen alleen maar woorden waren en nog geen daden zijn, zegt Morijn. “En ik denk dat dat heel gevaarlijk is omdat er wel allerlei signalen zijn de afgelopen twintig jaar dat hij heel extreme denkbeelden heeft en dat hij niet binnen de lijntjes van de rechtsstaat wil kleuren.”
In 2016 sprak Wilders na zijn veroordeling in de ‘minder minder’-zaak bijvoorbeeld over “rechters en journalisten die ons volk al zo lang schaden”. Hij noemde Nederland een “ziek land”. Dat waren bepaald geen rechtstatelijke uitspraken, zegt Morijn. “Onderdeel van de rechtsstaat is ook dat als je iets hebt aangevochten en een rechter vindt er het een en ander van, dat je je daarbij neerlegt en niet de rechter gaat aanvallen.”
Rechtsstaat onder druk in Oost-Europa
Morijn is sinds kort voorzitter van het bureau van de Europese Unie voor de grondrechten. “Eerder werkte ik veel in Hongarije en Polen, waar achtereenvolgens in 2011 en 2015 populisten aan de macht kwamen.” In die twee landen kwam de onafhankelijkheid van de rechtsstaat vervolgens onder grote druk te staan. Regeringspartij PiS haalde leden uit het Hooggerechtshof om er eigen mensen in te plaatsen. Ook was er een tijdlang een tuchtkamer die rechters berispte wanneer zij uitspraken deden die de Poolse regering niet bevielen.
Morijn: “Mensen die ik daar sprak zeiden allemaal: ‘We waren niet scherp genoeg in het begin. We dachten: het zijn maar woorden en het loopt allemaal zo’n vaart niet’. Dus ik denk dat we in Nederland echt van die nonchalance af moeten.”
Zorgen bij Omtzigt
Ook andere partijen doen voorstellen die tegen de huidige grondwet ingaan, maar die zijn niet per se anti-rechtsstatelijk. Voermans: “Je kunt nog zeggen: schaf de monarchie af of schaf de Eerste Kamer af. Dan verander je de grondwet wel maar worden grondrechten en de democratische rechtsstaat nog steeds beschermd door die grondwet. Maar als je gelijke behandeling, vrijheid van meningsuiting of de onderwijsvrijheid aantast, dan zeg je eigenlijk: we zijn nu geen democratische rechtsstaat meer die de grondrechten heiligt. Dan zak je door een ondergrens.”
Sinds een paar jaar staat er in de algemene bepaling die voorafgaat aan de Grondwet, namelijk: ‘De Grondwet waarborgt de grondrechten en de democratische rechtsstaat’. “Technisch kun je proberen dat te schrappen, maar dat lijkt me redelijk onwenselijk en ook wel tamelijk onmogelijk”, zegt Voermans.
Dankzij die grondwet en internationale verdagen lijken ieders grondrechten dus vrij goed beschermd. Bovendien lijken de andere formerende partijen niet mee te willen doen met Wilders’ radicaalste plannen. Vooral Pieter Omtzigt (NSC) benadrukt vaak zorgen te hebben over plannen van de PVV die “aan de rechtsstaat raken”. Voermans is toch op zijn hoede: “Dat de vier partijen iets afspreken waarmee de onafhankelijke rechtspraak in Nederland onder druk komt te staan, is vrij irreëel.”