Normaal gesproken opereren de leden van de Eerste Kamer in de betrekkelijke luwte, maar de komende dagen zijn de meeste ogen in politiek Den Haag juist gericht op de senaat. Op de agenda staat de omstreden spreidingswet, die er volgens het demissionaire kabinet toe moet leiden dat asielzoekers en statushouders eerlijker over de gemeenten verdeeld worden en dat het aanmeldcentrum in Ter Apel wordt ontlast.
Er hebben zich zo veel sprekers gemeld dat er twee dagen worden uitgetrokken voor de behandeling van de wet. Morgen komen de senatoren aan het woord, overmorgen reageert het demissionaire kabinet.
Verhoudingen veranderd
Of de wet na de Tweede Kamer ook in de Eerste Kamer een meerderheid krijgt is nog lang niet zeker. Politiek Den Haag is tot op het bot verdeeld over het voorstel. Staatssecretaris Eric van der Burg (Asiel) diende de wet in, maar zijn eigen VVD is tegen.
Dat was ook al zo toen de oude Tweede Kamer vlak voor de verkiezingen van 22 november in meerderheid voor stemde. Met steun van oppositiepartijen als GroenLinks, PvdA, SP, Volt, Denk en de Partij voor de Dieren werd het voorstel met 81 tegen 66 stemmen aangenomen. Inmiddels zijn de politieke verhoudingen in de Tweede Kamer zo veranderd dat de wet daar nu zou worden weggestemd.
Om die reden deden de partijen die praten over de vorming van een nieuw kabinet (PVV, VVD, NSC en BBB) nog een poging om verdere behandeling van de wet uit te stellen. Maar omdat de Tweede Kamer zich eigenlijk niet mag bemoeien met het werk van de Eerste Kamer, werd die oproep afgezwakt. De Tweede Kamer sprak uiteindelijk alleen ‘de wens’ uit dat de spreidingswet er voorlopig niet komt.
Grote rol voor kleintjes
Het demissionaire kabinet liet al gauw weten niet aan die wens te willen meewerken en daarom staat de spreidingswet morgen dus op de agenda in de Eerste Kamer. Die telt 75 zetels, dus voor een meerderheid zijn 38 stemmen nodig.
Als alle fracties die in de Tweede Kamer vóór stemden nu hetzelfde doen, dan zijn dat 36 zetels. Maar ook de tegenstemmers uit de Tweede Kamer hebben geen meerderheid in de Eerste Kamer: zij komen niet verder dan 37 zetels.
En daarmee lijkt er een cruciale rol weggelegd voor twee senatoren van partijen die alleen in de Eerste Kamer vertegenwoordigd zijn: Martin van Rooijen van 50Plus en Auke van der Goot van OPNL, een samenwerkingsverband van regionale partijen.
Het is nog onduidelijk hoe de twee senatoren over het wetsvoorstel denken, maar ze kunnen dus zowel de voor- als de tegenstanders aan een meerderheid helpen. Beiden komen ze waarschijnlijk pas morgenavond laat aan het woord.
‘Heel spannend’
Pas volgende week dinsdag, als de stemming over het wetsvoorstel gepland staat, wordt duidelijk hoe de hazen precies lopen. “Het wordt heel spannend”, erkende staatssecretaris Van der Burg afgelopen vrijdag. “Als je de Eerste en de Tweede Kamer vergelijkt, dan is het niet duidelijk wat de uitkomst gaat zijn.”
Hij blijft gematigd optimistisch: “Het is gewoon belangrijk dat mensen die naar Nederland komen eerlijk gespreid worden over het land. We hebben de afgelopen weken weer gezien hoe Ter Apel en ook de provincie Groningen hun verantwoordelijkheid pakken en daarmee ook de lasten dragen voor heel Nederland. En dat kan niet langer.”
Of de tegenstanders uit de Tweede Kamer ook in de senaat allemaal tegen zullen stemmen is ook nog onduidelijk. Eerste Kamerleden hebben een eigen taak en worden geacht niet al te veel politiek te bedrijven. Ze moeten vooral kijken naar de kwaliteit van de wet en of die uitvoerbaar en handhaafbaar is.
Dat zou ertoe kunnen leiden dat senatoren van bijvoorbeeld de VVD of de BBB afwijkend stemmen en zo de spreidingswet toch aan een meerderheid helpen. Dat maakt de zaak nog pikanter, want ondertussen praten de leiders van die partijen over een nieuw kabinet met de PVV. Zij voelen helemaal niets voor de spreidingswet.