Een groot deel van de mensen die bij de Tweede Kamerverkiezingen van vorig jaar nog stemde op PVV, VVD, BBB of NSC is niet gaan stemmen voor het Europees Parlement. Dat blijkt uit onderzoek van Ipsos I&O in opdracht van de NOS.
Vooral de NSC-kiezers bleven massaal thuis: ruim de helft, 59 procent, ging niet naar het stembureau. Bij de PVV is dat beeld niet anders. 56 procent van de mensen die vorig jaar november stemde op de partij van Geert Wilders bleef thuis.
Ook de VVD en BBB hebben veel niet-stemmers in hun achterban. Respectievelijk hebben 47 en 44 procent hun stemrecht voor het Europees Parlement niet gebruikt.
Bij NSC is extra opvallend dat maar 13 procent van de mensen die bij de Tweede Kamerverkiezingen op de partij van Pieter Omtzigt stemde, dat nu weer deed. 59 procent stemde dus niet, 7 procent vertrok naar het CDA.
Overigens gingen bij de deze verkiezingen sowieso veel minder mensen stemmen. Uit het onderzoek komt naar voren dat bijna 46 procent van de kiesgerechtigden is komen opdagen. Bij de Tweede Kamerverkiezingen ligt dat steevast rond de 80 procent.
PvdA-GroenLinks
Pro-Europese partijen wisten veel stemmers te behouden. Bij GroenLinks-PvdA bleef 22 procent thuis, na de ChristenUnie het laagste percentage van alle partijen.
Toch zag de partij van Frans Timmermans ook stemmen verdwijnen naar onder meer Volt (5 procent) en Partij voor de Dieren (3 procent). 63 procent stemde opnieuw op GroenLinks-PvdA.
D66 verloor 31 procent van de stemmen aan thuisblijvers. Bij Volt was dat slechts 23 procent. Ook het CDA, een van de grote verliezers bij Tweede Kamerverkiezingen, deed naar verhouding goede zaken onder zijn achterban. 62 stemde opnieuw op die partij, terwijl 29 procent thuisbleef.
Bekijk hieronder meer statistieken over de Europese verkiezingen: