Gemeenten krijgen van het Rijk 30.000 euro als zij een statushouder opnemen die nu nog in een asielzoekerscentrum van het COA wacht op een huis. Dat schrijft minister Faber van Asiel en Migratie (PVV) aan de Tweede Kamer.

Een statushouder is een asielzoeker die een verblijfsvergunning heeft gekregen en dus legaal in Nederland verblijft. Het is de bedoeling dat zij een zelfstandig bestaan opbouwen door werk en een woning te vinden. Maar die woningen zijn er nauwelijks, zodat zij vaak in de toch al overvolle opvangcentra moeten blijven.

“Op de korte termijn ziet het kabinet zich genoodzaakt om maatregelen te nemen om het COA te ontlasten”, schrijft Faber in haar brief. Ze hoopt dat gemeenten met een hogere beloning hun woningvoorraad met (onzelfstandige) wooneenheden uitbreiden en “efficiënter” omgaan met sociale huurwoningen via woningdelen.

Woonruimte of hotel

Als een gemeente een statushouder opneemt in een ‘normale’ woonruimte, zelfstandig of gedeeld, dan geeft het Rijk eenmalig 30.000 euro. Het COA is dan niet meer verantwoordelijk. De gemeente moet financiële ondersteuning geven, zoals bijstand, begeleiding naar werk, onderwijs en inburgering en een vergoeding voor de woonruimte.

Als een gemeente tijdelijk onderdak biedt aan een statushouder, zoals bijvoorbeeld een hotel, dan geeft het Rijk eenmalig 38.000 euro voor een jaar verblijf. Het COA blijft dan verantwoordelijk voor de financiële ondersteuning van een statushouder tot die wel naar een ‘normale’ woonruimte kan.

60 euro per dag

Gemeenten worden ook aangespoord ‘doorstroomlocaties’ in te richten waar statushouders kunnen wachten op een van de twee andere opties. Gemeenten krijgen daar 60 euro per dag per persoon voor.

De Rijksoverheid bepaalt elk half jaar hoeveel statushouders gemeenten moeten huisvesten. Voor alle ruim 340 gemeenten samen gaat het om iets meer dan 25.000 mensen. Per 1 januari 2025 wachten 12.000 van hen nog op een woning. Dat komt door het tekort aan sociale huurwoningen.