Uitgaansgelegenheden als kroegen, clubs en poppodia worden voorlopig niet verplicht hun muziek zachter te zetten dan 100 decibel. In de praktijk staat versterkte muziek volgens staatssecretaris Maarten van Ooijen van Volksgezondheid meestal al zachter dan die bovengrens.

Vorig jaar adviseerde de Gezondheidsraad het maximale geluidsniveau voor muziek in onder meer concertzalen en in clubs te verlagen van 103 naar 100 decibel. Dat is in lijn met een richtlijn van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO). Het kabinet neemt dat dus niet over, maar zegt dat het doel kan worden gehaald op vrijwillige basis.

Zorgen over gehoorschade

Vanuit medische hoek wordt met teleurstelling op het besluit gereageerd. “103 of 100 decibel lijkt een klein verschil, maar het is een verdubbeling van het volume”, zegt Henri Marres, voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Keel, Neus en Oorheelkunde.

Gehoorschade is volgens hem vrijwel onvermijdelijk als bezoekers geen oordoppen dragen – zelfs als de WHO-richtlijn van 100 decibel wel zou worden opgevolgd. Mét oordoppen in is 100 db nog net veilig volgens Marres.

Tinnitus, ofwel het constant horen van een piep of ruis, is een van de risico’s voor concert- en clubgangers. Deze aandoening is nagenoeg onbehandelbaar. “Het is levenslang: je blijft er last van houden”, zegt Marres. Naar schatting ruim een miljoen Nederlanders kampen met tinnitus.

Problemen voor ondernemers

Van Ooijen heeft gesprekken gevoerd met organisaties om hen ervan te overtuigen zich ook achter het al bestaande convenant Preventie Gehoorschade Versterkte Muziek te laten scharen. De vereniging van geluidstechnici heeft zich inmiddels aangesloten en Koninklijke Horeca Nederland denkt er over na.

Een wettelijk maximum levert voor ondernemers te veel problemen op, zegt Van Ooijen. Het vraagt van eigenaren van kleine cafés flinke investeringen en er ontstaan moeilijk controleerbare situaties door gejuich en applaus.