Eerste Kamerleden zullen voortaan hun avondeten moeten nuttigen zonder glaasje wijn. Het dagelijks bestuur van de senaat, het zogeheten College van Voorzitter en Ondervoorzitters (CVO) heeft besloten dat er in het bedrijfsrestaurant geen alcohol meer wordt geserveerd.
Volgens Ronald Berghouwer, woordvoerder van de Eerste Kamer, is het besluit niet ingegeven door eventuele incidenten met dronken politici. Die zijn er helemaal niet geweest, zegt hij.
“Het is een discussie die al langer speelt. Sinds een tijdje is het voor medewerkers al niet meer mogelijk om alcohol te bestellen. Verschillende senatoren hebben daar toen vragen over gesteld. Het CVO heeft nu besloten de lijn ook voor leden door te trekken.”
‘Kleine verandering’
Het CVO bestaat uit drie leden: Kamervoorzitter Bruijn (VVD) en de senatoren Croll (BBB) en Vos (GroenLinks-PvdA). Woordvoerder Berghouwer noemt het een kleine verandering. “Er zijn überhaupt nog weinig leden die bij het diner uitgebreid aan de wijn gaan.”
Het is niet zo dat het hele gebouw van de Eerste Kamer wordt drooggelegd. “Als mensen op de fractiekamer iets willen drinken, dan kan dat gewoon”, zegt Berghouwer. “Het is ook niet zo dat er bij het kerstdiner geen glaasje wijn meer mogelijk is.”
De 75 leden van de Eerste Kamer vergaderen wekelijks op dinsdag, en soms ook op maandag. Omdat er ook na de dinerpauze wel eens wordt doorgewerkt verdwijnt de alcohol nu uit het restaurant. Berghouwer: “Het is ook een beetje de maatschappelijke ontwikkeling. Drinken op het werk is niet meer van deze tijd.”
Volgens de woordvoerder is er tot nu toe geen protest geweest van Eerste Kamerleden tegen het anti-alcoholbesluit.
D66: betuttelend
Toch komt het voor Paul van Meenen, fractievoorzitter van D66, als een verrassing. Het is volgens hem niet voorgelegd aan de fractievoorzitters. Hij zal zich ertegen verzetten. “Ik denk dat senatoren en medewerkers zeer wel in staat zijn om hun eigen keuzes, ook op dit gebied, te maken.”
Tot vorig jaar was Van Meenen lid van de Tweede Kamer. “Daar bestaat deze betuttelende regel niet.”