Het kabinet trekt extra geld uit om kinderen beter te leren lezen, schrijven en rekenen. Minister Dennis Wiersma voor Primair en Voortgezet Onderwijs verhoogt het budget voor de komende twee schooljaren met ruim 200 miljoen. Eerder had het kabinet voor die periode al ruim 400 miljoen uitgetrokken voor de verbetering van de basisvaardigheden.

Met het geld kunnen volgens het ministerie ongeveer 2200 scholen in het basisonderwijs en voortgezet onderwijs worden geholpen. Het gaat dan om ruim 650.000 leerlingen. Het geld gaat in eerste instantie naar scholen die dat het hardst nodig hebben.

Scholen die meedoen ontvangen jaarlijks 500 euro per leerling. Dat geld moet worden besteed aan bewezen effectieve oplossingen, zoals extra lessen in kleinere groepjes, het stimuleren van lezen, bijscholing van leraren of nieuwe lesmethodes. Ook kunnen scholen een ‘basisteam’ over de vloer krijgen dat leerlingen helpt met basisvaardigheden.

‘Grote strijd’

Volgens Wiersma is de aanpak hard nodig. “We voeren hier een grote strijd”, zegt de minister. “Het is van het grootste belang om de weg omhoog weer te vinden als het gaat om de belangrijkste dingen die je op school moet leren. En snel ook.”

De Inspectie van het Onderwijs waarschuwt al een paar jaar dat het niet goed is gesteld met basisvaardigheden. Een toenemend aantal leerlingen verlaat het onderwijs met te weinig kennis van taal en/of rekenen, constateerde de inspectie vorig jaar.