Na ruim tien jaar komt er een einde aan de VN-vredesmissie in Mali. De Malinese regering eist het vertrek van vredesmacht MINUSMA. Vandaag verloopt het mandaat van de missie en zonder uitnodiging van het land zelf kunnen de VN-militairen niet blijven.

Luitenant-generaal Kees Matthijssen gaf recentelijk nog leiding aan het militaire deel van de missie. Hij is verrast over het plotselinge einde. “Ik heb dit niet zien aankomen. We waren tot voor kort nog in goed overleg met de Malinese overheid en ik had het idee dat toen nog de wens was dat we zouden blijven.”

Hoe snel de VN-troepen zullen vertrekken, is nog niet duidelijk. Een voorlopige versie van een nieuwe VN-resolutie, waarover vandaag in de Veiligheidsraad wordt gestemd, geeft de vredesmacht tot eind dit jaar om het land te verlaten.

De laatste jaren was het voor de VN-vredesmacht steeds moeilijker opereren in Mali, door oplopende conflicten met het militaire regime. Toch kwam vorige week het besluit van minister van Buitenlandse Zaken Abdoulaye Diop om te stoppen met de VN relatief abrupt. Als het aan de minister ligt, moeten de ruim 13.000 VN-troepen in het land zo snel mogelijk vertrekken.

Hardere aanpak van jihadisten

De Malinese regering wil alleen nog samenwerken met het Russische huurlingenleger Wagner. Men wil een hardere aanpak van de jihadisten in het land en ziet Wagner als beter alternatief voor de VN-troepen. Hoeveel Wagner-huurlingen in Mali zitten, is onduidelijk, volgens persbureau Reuters zijn het er ongeveer duizend.

De samenwerking met Wagner stamt uit 2021 en door het binnenhalen van de Russische huurlingen kwam de VN-missie onder druk te staan. Terwijl de VN-blauwhelmen zich aan het strikte mandaat van hun vredesmissie moesten houden, leken er voor de Wagner-troepen geen regels te gelden.

Zij treden niet alleen hard op tegen terroristische elementen, maar ook tegen burgers, zoals in het dorp Moura. In maart vorig jaar werden daar 500 burgers gedood, onder meer bij de beschieting van een markt. Volgens een rapport van de VN waren daarbij het Malinese leger en een groep “bewapende witte mannen” betrokken.

“Er zijn meer gevallen waarbij burgers worden aangezien voor jihadisten en aangevallen worden door troepen”, zegt hoogleraar Afrikanistiek en Mali-deskundige Mirjam de Bruijn. “Maar daarover wordt vaak niets bekend.”

Het VN-rapport over de gebeurtenissen in Moura was volgens deskundigen de druppel voor de bewindslieden in Bamako. Die zitten er niet op te wachten dat hen de les wordt gelezen over de mensenrechten in eigen land. “Iedere regering wil serieus genomen worden. De Malinese regering was daar heel strikt in”, zegt luitenant-generaal Matthijssen.

Veilige enclaves

In 2013 vroeg de interim-regering van Mali steun aan de VN. De VN-vredesmissie MINUSMA werd opgetuigd, met als taak om separatistische rebellen en aan Al-Qaida gelieerde groepen uit het noorden van Mali weg te houden en voor stabiliteit in de regio te zorgen, als vervolg op een Franse interventiemissie. Van 2014 tot 2019 nam Nederland deel aan de VN-missie.

“In een zeer complexe conflictsituatie heeft MINUSMA veilige enclaves geschapen, waar het leven door kan gaan”, zegt De Bruijn. Het is de vraag wat er straks overblijft van die veilige enclaves.

Vooral in het noorden van Mali en in omliggende landen, waar jihadistische groepen actief zijn, wordt gevreesd voor de gevolgen van het vertrek van de blauwhelmen. In het zuiden is veel steun voor de beslissing om de VN-troepen weg te sturen, maar volgens De Bruijn bestaat ook daar angst voor wat er nu gaat komen: “De vrees is dat het Malinese leger zichzelf overschat en daardoor de poorten openzet voor groepen als Al-Qaida en IS.”

De onzekerheid wordt gevoed door de gebeurtenissen vorige week in Rusland. Na de gestaakte opstand van de Wagner-groep is de rol en de macht van het huurlingenleger en van zijn leider Jevgeni Prigozjin onduidelijk. Als Wagner onder controle komt te staan van het Russische ministerie van Defensie haalt Mali effectief een buitenlands leger binnen.