Iets doen voor een ander of de samenleving, betekenisvolle ontmoetingen buiten je eigen leefwereld en ruimte voor talentontwikkeling. Dat zijn drie pijlers waarop de maatschappelijke diensttijd zich richt. Het werd ingevoerd in 2020, maar het huidige kabinet wil de subsidie stopzetten in het kader van onderwijsbezuinigingen.

Onderwijsminister Eppo Bruins (NSC) ziet het belang van de maatschappelijke diensttijd, maar kiest er toch voor om de subsidies op het programma te stoppen: “We willen de schatkist gezond achterlaten voor volgende generaties. En dan zijn er soms ook moeilijke keuzes te maken.”

Mensen tussen de 12 en 30 jaar kunnen meedoen aan de maatschappelijke diensttijd. Zij doen dan maximaal een halfjaar lang vrijwilligerswerk. Ook scholen en opleidingen sluiten vaak aan. Landelijk zijn er 231 verschillende projecten. Die worden mede mogelijk gemaakt door 200 miljoen euro subsidie per jaar.

De invulling van de diensttijd is divers: jongeren kunnen bijvoorbeeld sportlessen krijgen, leren omgaan met tegenslag of een traject volgen om depressie tegen te gaan:

De Tweede Kamer debatteerde gisteren over de begroting van het ministerie van Onderwijs, waar ook de maatschappelijke diensttijd onder valt. Een deel van de oppositie is het niet eens met de bezuinigingen. Omdat de coalitie geen meerderheid heeft in de Eerste Kamer bestaat het risico dat de onderwijsbegroting wordt afgekeurd.

De grootste oppositiepartij GroenLinks-PvdA is niet te spreken over het voornemen te stoppen met de maatschappelijke diensttijd. “Het is juist een vorm van verbinding”, zegt Tweede Kamerlid Luc Stultiens. “Mensen breed maatschappelijk betrokken krijgen, dat is in deze tijd hartstikke hard nodig.”

Regeringspartij NSC ziet dat anders. Kamerlid Aant Jelle Soepboer vindt maatschappelijke diensttijd an sich prima, maar vindt niet dat het kabinet daar subsidie voor moet uittrekken. “Volgens mij kan je ook kosteloos, of met heel lage kosten, onderlinge samenwerking van onderop stimuleren.”

Meer dan 100.000 jongeren hebben meegedaan aan een maatschappelijke diensttijd en nog eens 200.000 jongeren gaan meedoen tot eind 2027. Daarna zou de subsidie vervallen.

Tot afgrijzen van Tonny Havinga van Netwerk Maatschappelijke Diensttijd: “Jongeren krijgen weer perspectief in hun leven. Uit diverse studies blijkt dat het de maatschappij echt iets oplevert doordat jongeren bijvoorbeeld niet gebruik maken van uitkeringen of niet naar de jeugdzorg hoeven.”

Doorgaan ondanks bezuinigingen

Eerder werd al bekend dat het ROC Mondriaan in Den Haag en het ROC van Twente door willen gaan met de maatschappelijke diensttijd, ondanks de bezuinigen. Het ROC in Den Haag vindt het belangrijk voor studenten die onzeker zijn of een beperkt netwerk hebben. Ze worden voorbereid op een beroep en tegelijkertijd ondersteund in hun persoonlijke groei. In Twente zien ze dat studenten meer zelfvertrouwen krijgen, werken aan hun skills en weer initiatief nemen.

Bij het project Get Up & Enjoy werkt Wilco den Hartog met kwetsbare jongeren. “Het is een terugslag in hun ontwikkeling als dit wordt afgeschaft. Het betekent veel voor hun re-integratie in de samenleving, opleiding of werk. Het afschaffen betekent dat zij weer terug kruipen in hun schulp.”

5 december stemt Den Haag over de onderwijsbegroting. Dan zal duidelijk zijn of de subsidie voor maatschappelijke diensttijd vervalt of niet.