Langzaam maar zeker komen de almaar stijgende prijzen onder controle. Om over iets meer dan een jaar het inflatiedoel te halen moet een nieuw kabinet alleen niet te veel gaan uitgeven en moeten vakbonden voor nieuwe cao’s niet het onderste uit de kan vragen. Dat is de conclusie in een nieuwe raming van de Nederlandse economie door De Nederlandsche Bank (DNB).
Volgens de nieuwe berekeningen over de afkoelende economie komt de inflatie volgend jaar uit op een kleine 3 procent, om dan in 2025 verder te dalen naar een ‘normaal’ percentage van ongeveer 2. “We zien de prijsstijgingen dalen. Dat is het goede nieuws”, zegt DNB-directielid Olaf Sleijpen in een toelichting tegen de NOS.
“We zien tegelijk dat de economie stagneert, door de hoge rente en de ontwikkelingen in de wereld om ons heen”, zegt Sleijpen. “Maar toch is er geen sprake van een diepe recessie. Dat komt vooral door de maatregelen die de overheid heeft genomen tijdens de coronapandemie en de gestegen energieprijzen.”
Buffers raken op
Toch wil Sleijpen nog geen victorie kraaien over de strijd tegen de historisch hoge inflatie van de afgelopen jaren. Hij wijst naar het overheidstekort, dat volgens de ramingen van DNB in 2025 de kritische grens van 3 procent bereikt. Nieuwe economische schokken kan de schatkist dan niet opvangen, waarschuwt DNB. “De buffers die we hadden beginnen op te raken. Als er nu meer wordt uitgegeven, dan moeten we op zeker moment op de rem drukken. Bij een nieuwe crisis zijn de handen dan gebonden, omdat de overheid moet bezuinigen.”
In de aanloop naar de Tweede Kamerverkiezingen werd kandidaten nogal eens verweten gratis bier te beloven, bijvoorbeeld omdat ze de beloftes in hun programma’s niet wilden laten doorrekenen. “Als je extra uitgaven wilt doen of de lasten wilt verlagen, dan moet je dat elders op de begroting compenseren”, stelt Sleijpen. Advies wil DNB niet geven. “Dat is aan de politiek. Het is alleen belangrijk dat alle keuzes op een gezonde manier gefinancierd worden.”
Toch benadrukt DNB dat de internationale handel en samenwerking moet worden meegenomen in alle beleidskeuzes in Den Haag, waar eurosceptische partijen een flink aantal zetels hebben. “Daar hebben we heel veel voordeel van, net als van het lidmaatschap van de Europese Unie. Onze boodschap is dat onze toekomst en welvaart in grote mate afhangt van de Europese Unie en wat daar gebeurt. Een vertrek uit de Europese Unie of de grenzen sluiten lijkt ons een heel, heel slecht idee. En alle soorten arbeidsmigratie over één kam scheren is ook niet verstandig.”
Hogere lonen
De Europese Centrale Bank (ECB) waarschuwde vorige week tegen mogelijk doorstijgende lonen in Europa. DNB verwacht dat de Nederlandse economie een loonstijging van 6 procent volgend jaar nog wel kan opvangen, maar “het moet ook niet meer worden dan dat”. Het is aan de sociale partners om een looneis neer te leggen, aldus Sleijpen. “Waar de inflatie nog moet worden ingehaald in een nieuwe cao, daar moet dat zeker worden meegenomen. Maar waar dat al wel is gebeurd, is het verstandig om niet nog eens zulke grote loonstijgingen te krijgen.”
Veel vakbondsleden menen dat bedrijven genoeg winst maken om hun personeel beter te belonen. “Ik begrijp de vakbeweging, maar het bedrijfsleven ook”, reageert Sleijpen. Hij pleit voor pragmatisch onderhandelen bij nieuwe cao’s. “Ik denk dat het goed is om op zeker moment met elkaar de kerk in het midden te houden. Het is belangrijk voor de economie dat we met elkaar tot een goede balans komen.”