De wet die de huurstijgingen in de vrije sector maximeert moet verlengd worden tot 1 mei 2027. Demissionair minister De Jonge van Volkshuisvesting schrijft aan de Tweede Kamer dat hij op die manier wil voorkomen dat zo’n 500.000 huurders volgend jaar worden geconfronteerd met forse huurstijgingen.

De wet, een initiatief van PvdA-Kamerlid Nijboer, is sinds mei 2021 van kracht. De toegestane jaarlijkse huurverhoging is daardoor beperkt tot de de gemiddelde loonstijging, plus 1 procent.

Het gaat om een tijdelijke maatregel, die op 1 mei 2024 afloopt. Uit een evaluatie blijkt volgens De Jonge dat bescherming van huurders nog steeds nodig is. Veel verhuurders hebben in 2021 en 2022 toch de huur verhoogd tot boven de wettelijke grens. Dat aantal steeg zelfs.

Verhouding met verhuurder

Dat heeft overigens niet geleid tot meer procedures bij de huurcommissie. “Een verklaring kan zijn dat huurders weinig bekend lijken te zijn met de wet”, schrijft de minister in de brief. Het kan ook dat huurders de verhouding met hun verhuurder goed willen houden en daarom de verhoging maar accepteren.

De Jonge wil de wet dus verlengen tot 2027. Tegen die tijd zou een nieuwe wet van kracht moeten zijn die de zogeheten ‘middenhuur’ reguleert. Veel huizen in de vrije sector vallen in die categorie.

Ondertussen gaat de minister kijken hoe hij ervoor kan zorgen dat de tijdelijke wet beter wordt nageleefd en hoe hij verhuurders beter kan dwingen om zich aan de maximale huurstijging te houden.

Door de val van het kabinet is het wel de vraag of de invoering van de nieuwe doorgaat. Het kan zijn dat de Tweede Kamer het voorstel in september controversieel verklaart en tot aan de verkiezingen niet meer behandelt.