Ambtenaren die een klimaatpetitie ondertekenen, meedoen aan acties van Extinction Rebellion of protesteren tegen het regeringsstandpunt over de oorlog tussen Israël en Hamas. Het komt steeds vaker voor dat ambtenaren openlijk kritiek leveren op de koers van hun eigen overheid. Mogen zij dit en zo ja, is dat wenselijk?
De Gedeputeerde Staten in Friesland tikten vorige week vier Friese ambtenaren op de vingers die in oktober een petitie hadden ondertekend over het Nederlandse klimaatbeleid. Samen met ruim 4500 ambtenaren uit heel Nederland uitten zij in een brandbrief hun zorgen over de in hun ogen “te trage aanpak” van de klimaatcrisis.
De Friese BBB-fractievoorzitter Abel Kooistra maakte er een punt van in de provincie; hij vindt dat ambtenaren niet naar buiten horen te treden met een activistische mening. Het provinciebestuur schaarde zich achter Kooistra en heeft “een gesprek gevoerd” met de vier ambtenaren, zegt BBB-bestuurder Eke Folkerts tegen Nieuwsuur.
Dit incident in Friesland is niet het enige recente voorbeeld waarbij ambtenaren kritiek uiten op overheidsbeleid. In december protesteerden ruim honderd rijksambtenaren in Den Haag tegen het Nederlandse standpunt in de oorlog tussen Israël en Hamas. De groep ging op de grond zitten voor het gebouw van het ministerie van Buitenlandse Zaken om de regering op te roepen tot een permanent staakt-het-vuren in Gaza.
En in februari vorig jaar ontstond ophef rond een klimaatadviseur, in dienst van de gemeente Den Haag, die had deelgenomen aan een illegale demonstratie van Extinction Rebellion. De Haagse VVD-fractievoorzitter Lotte van Basten Batenburg noemde het op X “onacceptabel en reden voor ontslag”.
Jongere generatie ambtenaren
Zeger van der Wal, hoogleraar Bestuurskunde aan de Universiteit Leiden, verwacht dat dit soort uitingen en protestacties onder ambtenaren vaker zullen voorkomen. “Het is een sign of the times. We leven in een vrij gepolariseerde samenleving waarin iedereen van alles vindt. Ik zie met name dat de jonge generatie ambtenaren meer de neiging voelt zich uit te spreken over maatschappelijke kwesties. Ik verwacht meer ambtelijk activisme.”
Over de rol van ambtenaren schreef Van der Wal vorig jaar het essay Ambtelijke Helden Gezocht. Hij schrijft daarin dat ambtenaren de ruimte moeten krijgen én nemen om en kritisch advies te geven op “alle verdiepingen van ons regeringsgebouw”. Maar doe dat wel binnenskamers, waarschuwt hij.
“Wat je nu ziet, is dat ambtenaren bewust vanuit hun ambtelijke rol ingaan tegen beleid dat in de eigen organisatie wordt gevoerd. Dat is problematisch en past niet echt bij de Nederlandse verhoudingen en maakt het heel lastig voor bestuurders om op hun ambtenaren te rekenen. Het is toch de omgekeerde wereld als bestuurders draagvlak bij ambtenaren moeten gaan zoeken voor beleid dat democratisch met elkaar is afgesproken.”
Andere wetten voor ambtenaren
Ambtenaren moeten zich aan andere wetten houden dan ‘gewone’ burgers, legt Van der Wal uit. Artikel 10 van de Ambtenarenwet stelt dat een ambtenaar mag demonstreren, zolang het zijn functie en zijn organisatie geen schade toebrengt. “Wanneer schaad je nou de overheid of het publiek belang? Daar zit best wat grijs gebied. Ik vind dat je binnenskamers flink wat tegengas mag geven, maar als je dat naar buiten doet door te demonstreren, maar ook door bijvoorbeeld je gedrag op sociale media, ga je tegen de lijn in van je bestuurder. Dat ondergraaft je eigen organisatie.”
Het ondertekenen van een klimaatpetitie noemt Van der Wal een milde vorm van activisme. “Het zijn ambtenaren die zich, met een groot aantal collega’s, in een brief richting Den Haag kritisch uitspreken over het tempo waarin klimaatmaatregelen worden genomen. Ze richten zich niet rechtstreeks tot de eigen provincie. Dat zou ik problematischer vinden.
‘Eigen glazen ingooien’
Van der Wal wijst erop dat er in de rechtszaal weinig jurisprudentie is op dit gebied. “Daarom denk ik dat het heel zinvol is om daar intern goede gesprekken over te voeren. Wat is je rol als ambtenaar? Wat is je rol als bestuurder? Hoe voorkom je dat je in elkaars vaarwater geraakt en het politieke overloopt in het ambtelijke, en andersom?”
Aan ambtenaren wil Van der Wal meegeven: “Gebruik je gezond verstand. Wees intern maximaal kritisch waar dat kan. Tegenspraak leveren is een onderdeel van het ambtelijk vak. Door slimme tegenspraak bereik je potentieel een hoop. Maar op deze manier zou je ook wel eens je eigen glazen kunnen ingooien.”