Terwijl de nek-aan-nekrace tussen D66 en PVV nog altijd niet officieel is beslecht, is al wel duidelijk dat veel kiezers van partij zijn gewisseld. Een deel ging naar links, een deel ging naar rechts, een groeiende groep stemde blanco, en een deel stemde helemaal niet. In dit artikel zie je vier kaarten en graphics die deze verschuivingen laten zien.
Versnipperd landschap
We beginnen met de uitslagenkaart van Nederland. Net als in 2023 kleurt een groot deel van de gemeenten op de landkaart PVV-lichtblauw. Verspreid over het land duikt echter volop lichtgroen (D66) en donkergroen (CDA) op – het okergeel van NSC van twee jaar geleden is volledig verdwenen.
Electoraal geograaf Josse de Voogd ziet een veelkleurige kaart die symbool staat voor de versnippering van het politieke landschap. Hij raadt aan om te letten op het aantal inwoners per gemeente. “Op de landkaart lijkt de PVV veel groter, omdat die in veel kleine gemeenten de grootste werd. Maar afgaand op de inwoneraantallen zie je beter dat ze ongeveer even groot zijn als D66.”
In veel steden heeft D66 de koppositie overgenomen van GroenLinks-PvdA. “D66 doet het ook goed in de randgebieden om grote gemeenten heen, plekken waar normaal de VVD sterk is”, zegt De Voogd.
D66 kreeg woensdag de meeste zetels erbij van alle partijen: 17, al kunnen dat er ook nog 18 worden. “D66 heeft als een spons vanuit alle hoeken kiezers opgenomen, zowel van links als van rechts”, zegt politicoloog Matthijs Rooduijn.
Zo’n 7 procent van de huidige D66-aanhang had twee jaar geleden nog PVV gestemd, zo blijkt uit het op de verkiezingsavond gepubliceerde Kiezersonderzoek van Ipsos I&O voor de NOS. “Dat is heel bijzonder”, concludeert Rooduijn.
Leegloop bij NSC
NSC verloor de meeste zetels: alle 20. Ongeveer een op de vijf kiezers die in 2023 op NSC stemden, stapte over op D66. De andere kiezers maakten overwegend de overstap naar rechtse partijen.
“NSC is helemaal leeggelopen en dat vertelt een belangrijk verhaal over de verkiezingen”, zegt Rooduijn. Hij spreekt van “electorale volatiliteit”, oftewel dat veel kiezers gewisseld zijn van partij. Slechts twee keer eerder werden er meer zetels tussen partijen gewisseld dan bij deze Tweede Kamerverkiezingen, aldus de politicoloog.
“Partijen kennen tegenwoordig enorme pieken en dalen. Pieter Omtzigt werd twee jaar geleden gezien als een politieke messias en van zijn partij is twee jaar verder niets meer over.” Slechts 2 procent van de NSC- achterban bij de vorige verkiezingen koos ditmaal opnieuw voor die partij.
Afhakers bij BBB
Ook BBB worstelt om kiezers vast te houden, zo blijkt uit het kiezersonderzoek. Ongeveer een kwart van de mensen die twee jaar geleden op de partij stemden, deed dat nu opnieuw. Door aanwas van nieuwe kiezers bleef het zetelverlies relatief beperkt: BBB ging van 7 naar 4 zetels.
Bijna een op de vijf BBB-kiezers ging helemaal niet meer naar het stembureau. Dat is voor zover bekend het grootste aandeel afhakers van alle partijen met zetels in de Tweede Kamer. Bij FVD waren er net iets minder mensen die nu thuisbleven op verkiezingsdag (16 procent). Bij NSC en PVV ging ongeveer een op de tien kiezers niet meer stemmen.
Het afhaken van BBB’ers heeft volgens Rooduijn waarschijnlijk te maken met een combinatie van factoren. Zo hebben partijen die al vele jaren of zelfs decennia bestaan vaker een meer stabiele achterban dan een nieuwe partij. De enorme schommelingen bij het CDA en voorheen de PvdA onderstrepen echter dat ook gevestigde partijen allesbehalve verzekerd zijn van een trouwe achterban.
“Mogelijk heeft het afhaken van kiezers ook te maken met de koerswijziging van BBB, die dicht bij die van de PVV lag”, zegt de politicoloog. Als laatste wijst hij erop dat de BBB, evenals de andere regeringspartijen, slecht gepresteerd hebben in het kabinet-Schoof.
CDA terug van weggeweest?
Onder Henri Bontenbal werd het aantal CDA-zetels ruim verviervoudigd. In deze kiezersgroep had een op de drie twee jaar geleden nog een NSC-kandidaat aangevinkt op het stemformulier. Opvallend is dat er nauwelijks ex-BBB’ers voor de christendemocraten hebben gekozen.
“We weten dat veel BBB-stemmers ooit van het CDA afkomstig waren, maar het lijkt erop dat deze kiezers echt verloren zijn gegaan voor de christendemocraten”, zegt Rooduijn. Het blijft gissen naar het waarom.
Hij vermoedt dat het te maken heeft met algehele onvrede over de politiek onder deze kiezersgroep. Populistische partijen trekken sowieso vaker stemmen van mensen die anders niet naar het stembureau zouden gaan.
Hoewel het CDA klom van 5 naar 19 zetels, is het te kort door de bocht om te zeggen dat het CDA helemaal terug is, zegt electoraal geograaf De Voogd. Hij noemt de Twentse gemeente Tubbergen als voorbeeld.
“Daar is de partij nu weer de grootste, maar het is ver verwijderd van de absolute meerderheid die het CDA er nog niet zo lang geleden had.” Een deel van de oude achterban lijkt volgens hem permanent losgeweekt door partijen als NSC, BBB, FVD en PVV.